3D-metaalprinten krijgt een prominente plek op de komende editie van de TechniShow. Bezoekers aan de grootste technologiebeursbeurs in de Benelux (15-18 maart 2016, de Jaarbeurs in Utrecht) kunnen bij meerdere exposanten de nieuwste technologie om direct metalen producten te printen, live zien. Net zoals ook hybride-concepten getoond zullen worden: 3D-printen op bestaande producten of gecombineerd met verspanende bewerkingen in één machine. Het gaat echter niet alleen om 3D-metaalprinten. Tegelijk met de TechniShow vindt de ESEF plaats, waaraan ook kunststofverwerkende bedrijven mee doen. Voor deze groep kan additive manufacturing eveneens veel betekenen.
‘Aan de kunststofkant gebeurt momenteel zelfs meer dan aan de metaalkant’, constateert Maarten van Teeffelen van CNC Consult & Automation. Verleden jaar heeft de softwareleverancier voor de verspanende industrie zijn activiteiten gesplitst. De 3D-printactiviteiten zijn sindsdien ondergebracht bij Brilliant Technology. Van hieruit levert men 3D printers voor zowel metaal als kunststof producten.
Maarten van Teeffelen ziet het ontbreken van een businessmodel aan de metaalkant als het grootste struikelblok. De geringe inzet van 3D-printen in de kunststoffenindustrie verbaast hem echter en noemt hij onbegrijpelijk. Met de 3D-printers van Envisiontec en nieuwe, speciale materialen kan men mallen en matrijzen 3D printen voor bijvoorbeeld verloren was gieten en spuitgieten.
De spuitgietbedrijven zitten te slapen, zo durft Van Teeffelen het hardop te benoemen. ‘Als je ziet dat de printmaterialen zich meer en meer lenen voor rapid manufacturing en we op dit moment zelfs matrijzen in kunststof printen, waarmee de eerste spuitgiet serie kan worden gespuitgiet, is het een gemiste kans voor de spuitgieters om hier niet in te stappen.’
Dat geldt min of meer ook voor de Duitse markt, die eveneens al verder is met metaalprinten. Maarten van Teeffelen noemt het een typische kip-ei situatie. Doordat er weinig 3D-servicebureaus zijn die metaal aanbieden, stappen weinig bedrijven in en ontwikkelen ze weinig typische toepassingen. ‘Daardoor wordt er geen kennis opgebouwd. Iedereen wacht op elkaar, terwijl enkele grote bedrijven wel al hebben geïnvesteerd, ofwel voor eigen gebruik of als diepte-investering in de toekomst, zonder dat er een sluitend businessmodel onder deze investering ligt.’
Sommige critici roepen dat 3D-(metaal)printen nog lang niet rijp is voor serieproductie. Philippe Reinders Folmer bestrijdt dit. Je moet de technologie zien als complementair op andere technieken. ‘Beschouw 3D-printen niet als een concurrent, maar als een aanvulling op vacuümgieten of verloren was gieten.’ En dan is de technologie voor specifieke producten wel geschikt.
Renishaw heeft recent een nieuwe 3D metaalprinter geïntroduceerd die bedoeld is om in een geavanceerde productielijn in de fabriek te staan. Qua concept is de RenAM500 namelijk zodanig ontwikkeld dat de dode neventijden fors zijn gereduceerd. Het voorbereiden van een printjob is vergemakkelijkt door het eigen softwareplatform QuantAM dat Renishaw via een abonnementsmodel aanbiedt.
Bij Renishaw ziet men de printtechnologie als onderdeel van een proces. Producten moeten immers gecontroleerd worden, nabewerkt met verspanende machines, spanningsvrij gegloeid en opnieuw gemeten worden. De build to build repeatability is met de nieuwe machine goed. Dat betekent dus een constante kwaliteit op één machine. ‘De volgende stap waar we nu aan werken, is machine to machine repeatability’, aldus Philippe Reinders Folmer. Er staat dus niks meer in de weg om 3D printen naar de productieomgeving te brengen.
Dat 3D-printen een serieuze plek begint te vinden in het arsenaal van productietechnieken, blijkt bijvoorbeeld uit cijfers van EOS. Het Duitse concern is al sinds 2003 wereldwijd marktleider op het gebied van powderbed fusion technologie met 3D-printers voor zowel metaal als kunststof en heeft de meeste patenten in handen. Afgelopen jaar heeft EOS 225 3D metaalprinters verkocht en net zoveel kunststof printers, die veelal ingezet worden voor functionele onderdelen, vaak zelfs in een eindtoepassing. De komende 3 jaar denkt men de omzet te gaan verdubbelen.
Daarmee bieden de Koreanen een alternatief voor het smeden van bijvoorbeeld titaan delen. Een soortgelijke technologie biedt ook Trumpf sinds kort aan met de Laser Metal Deposition technologie. Henny ten Pas ziet hiervoor veel toepassingen, bijvoorbeeld in de Nederlandse high tech en luchtvaartindustrie waar enorme hoeveelheden materiaal verspaand worden. Additive manufacturing kan het materiaalverbruik reduceren, wat aansluit op de trend om bewuster en ecologische te gaan produceren. Maar het verkort eveneens de bewerkingstijd op een frees- of draaimachine.
‘En je kunt volstaan met een lichtere machine’, verduidelijkt Ten Pas. ‘Je hebt geen zware machine nodig om in korte tijd veel materiaal weg te halen, maar hoeft alleen na te bewerken.’ Samen met high tech system suppliers lopen dan ook al de eerste projecten.
Nieuwkomer in deze markt is Trumpf, alhoewel die term niet helemaal recht doet aan het pionierswerk van de Duitse machinebouwer, die 15 jaar geleden al de eerste AM-machine ontwikkelde. Trumpf is altijd actief gebleven op het gebied van Laser Metal Deposition, het heeft de activiteiten echter uitgebreid met poederbedtechnologie.
Op de TechniShow wordt de TruPrint 1000 getoond. Menko Eisma van Trumpf Nederland heeft hoge verwachtingen. ‘3D-metaalprinten kan een grote markt worden, maar het hangt er helemaal vanaf hoe de industrie het gaat oppakken.’ Hij ziet dat grote luchtvaartbedrijven, zoals Airbus, al volop bezig zijn. In de Nederlandse markt ziet hij vooral kansen voor enkelstuks productie en serviceproducten.
De richting waarin 3D-printen zich ontwikkelt, is duidelijk. De echte doorbraak komt er echter alleen als engineers anders gaan ontwerpen. Henny ten Pas: ‘Nederland is sterk in design en productontwikkeling. En met topologie optimalisatie valt bij 3D-printen veel te verdienen. Daarmee kan de maakindustrie voor zichzelf een positie creëren in Europa.’
Maarten van Teeffelen valt hem bij. Hij denkt dat het kopen van een 3D-printer slechts een deel van de oplossing is. De belangrijkste verandering moet komen vanuit de engineers, die niet meer in maakbaarheid gaan denken, maar in functionaliteit en gewichtsbesparing. ‘Traditionele CAD-software is hier nog niet massaal op ingesprongen, maar er zijn inmiddels meerdere CAD-oplossingen die hier in gespecialiseerd zijn. Uit deze software komen ontwerpen die met traditionele productietechnieken niet of moeilijk te maken zijn. Dit zal een boost aan het 3D-printen gaan geven.’
3D-printen is een van de aandachtspunten op de TechniShow de vakbeurs van de Federatie Productie Technologie FPT-Vimag. TechniShow 2016 vindt plaats van 15 tot en met 18 maart in de Jaarbeurs Utrecht, op vrijdagochtend 18 maart wordt een congres aan de bijzondere aspecten rond 3D printen gewijd.
Het gebruik van robots in fabrieken over de hele wereld blijft in hoog tempo doorgaan:…
Het aantal vacatures nam in het derde kwartaal af met vijfduizend en het aantal werklozen…
De Koninklijke Marine staat voor de uitdaging om zijn vloot te onderhouden, waar die zich…
Soms sta je raar te kijken. Op een gewone dinsdagochtend zei mijn secretaresse dat ze…
Uit onderzoek van Reichelt Elektronik blijkt dat ruim 45 procent van de bedrijven van plan is binnen…
Jörg Machines, fabrikant van plaatbewerkingsmachines, opent in februari 2025 opnieuw haar deuren voor een exclusieve…