De NEVI PMI daalde van 54.1 in januari naar 52.2 in februari, het laagste cijfer in vijf maanden. De productie steeg behoorlijk, maar dit was wel de kleinste stijging in vijf maanden.
Dit kwam vooral door de kleinste toename van de nieuwe orders sinds september vorig jaar. De exportorders groeiden in het laagste tempo in zes maanden.
De hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk daalde voor de veertiende maand op rij, deze maand in de grootste mate sinds november. De werkgelegenheid nam voor het eerst in elf maanden af, zij het beperkt. De inkoop nam voor de negentiende maand toe, en wel in de grootste mate sinds november vorig jaar. De voorraad ingekochte materialen daalde opnieuw.
Inkoopprijzen
De inkoopprijzen daalden voor de zesde en de verkoopprijzen voor de zevende maand op rij, maar beide minder dan in januari. De levertijden waren opnieuw langer. De voorraad gereed product daalde voor de tweede maand op rij, dit keer in de grootste mate sinds april 2013.
Productie index
De producenten in Nederland maakten in februari opnieuw melding van een toename van de productieomvang. Deze toename was behoorlijk, maar wel de kleinste in vijf maanden. De panelleden die melding maakten van een grotere productieomvang, schreven dit over het algemeen toe aan een groter aantal ontvangen nieuwe orders. De producenten van consumptiegoederen zagen de grootste stijging, terwijl de producenten van halffabricaten de kleinste toename noteerden.
Werkgelegenheid index
De werkgelegenheid in de Nederlandse productiesector daalde in februari voor de eerste keer in elf maanden. Het banenverlies was echter gering. Ruwweg 16 procent van de panelleden maakte melding van kleinere personeelsbestanden in deze onderzoeksperiode, tegenover iets minder dan 13 procent die een stijging noteerde.
Ingekocht materiaal index
De hoeveelheid materiaal die door de Nederlandse producenten werd ingekocht, steeg in februari voor de negentiende maand op rij. Dit was de grootste stijging sinds november vorig jaar, al bleef deze beperkt. Deze laatste uitbreiding van de inkoopactiviteiten werd door de panelleden over het algemeen toegeschreven aan de toename van de productieomvang en het grotere aantal orders.
Over de cijfers
Arjan van Weele, NEVI hoogleraar Inkoopmanagement TU Eindhoven over de cijfers. ‘De industrie in Nederland draait op volle kracht. Het groeipatroon van de afgelopen maanden zet zich onverkort door. Deze score is weliswaar lager dan vorige maand (54.1), maar is toch goed te noemen gezien de onverminderd hoge binnenlandse en buitenlandse vraag (53.8 respectievelijk 54.0). Vooral producenten van consumptiemiddelen en kapitaalgoederen doen het goed. Fabrikanten van halffabricaten rapporteren lagere groeicijfers. De hoge vraag vertaalt zich in hogere productie- en inkoopvolumes en een betere bezetting van de productiecapaciteit.
Werkgelegenheid
De werkgelegenheidsindex kwam uit op 49.0, de eerste negatieve score sinds 11 maanden. Van Weele denkt dat hier sprake is van een incident. Niettemin geeft het aan hoe behoedzaam bedrijven zijn met het werven van extra personeel. De industrie vaart qua banen en voorraden scherp aan de wind en wil de vaste lasten zo laag mogelijk houden. Inkoopprijzen zowel als verkoopprijzen daalden in februari. Dit alles overziend verwacht ik een positieve ontwikkeling voor de komende maanden’, aldus Van Weele.
Over de NEVI PMI
De NEVI Purchasing Managers’ Index, PMI, is een samengestelde index ontworpen om een algeheel beeld te verkrijgen van de economische activiteiten in de verschillende industrieën. Een score van de PMI onder de 50,0 geeft daling van de industriële activiteit aan, een score boven het kritische punt van 50,0 duidt op een groeiende economie. Een score van 50,0 duidt erop dat er geen veranderingen hebben plaatsgevonden. Hoe groter de afwijking van 50,0, hoe groter de mate van verandering in de index is. De NEVI PMI wordt opgesteld aan de hand van maandelijkse vragenlijsten die circa 350 inkoopmanagers uit Nederland invullen.