De ondernemers in de marktsectoren van de rubber- en kunststofindustrie zijn optimistisch en zien verbetering van de omzet, ook in de bouw. Wel uiten zij hun zorgen over de stijgende grondstofprijzen. Net als in ons omringende landen melden leden van de NRK dat de grondstofleveranciers zich beroepen op force majeur waardoor zij niet langer in staat zijn om te voldoen aan hun contractuele leveringen. Toegezegde leveringen worden geannuleerd. Uitgevoerde leveringen worden gedaan tegen steeds weer hogere prijzen. Dit ondanks de relatieve lage prijs van de belangrijkste grondstof, olie.
Dit decennium is Europa voor veel kunststof grondstoffen een netto importeur geworden. De huidige, ernstige tekorten worden veroorzaakt door de per saldo lagere productie van grondstoffen in Europa, door de toegenomen exporten van grote hoeveelheid kunststof grondstoffen naar China, Afrika en Midden- en Zuid-Amerika, en de vele aanzeggingen van force majeur. Die aanzeggingen blijven zich opstapelen.
Force majeur terecht verklaard?
Force majeur verklaren veronderstelt een situatie van overmacht aan de kant van de grondstofleverancier. Het gaat dus om een externe factor die op geen enkele wijze is verbonden met de productie zelf. Incidenten of technische problemen volstaan dus niet. Voor andere risico’s moet de leveranciers zijn voorzorgmaatregelen nemen, bijvoorbeeld door het aanhouden van extra voorraden. Op basis van de huidige aanzeggingen is het onduidelijk of aan de eisen van force majeur wordt voldaan.
MKB ondervindt nadelige gevolgen
De kostprijs van producten wordt in belangrijke mate – tot 70% – bepaald door de grondstoffen. De spiraal van prijsstijgingen en ernstige tekorten zijn een groot gevaar voor de overwegend MKB-bedrijven in de rubber- en kunststofindustrie. Zij zien zich gesteld voor extreem snelle kostenstijgingen waardoor de marge sterk onder druk komt of productie verlieslatend wordt.
Nog dramatischer is het als bedrijven door gebrek aan grondstoffen hun eindproducten niet kunnen leveren aan hun klanten in de uiteenlopende eindmarkten. De eerste gevallen daarvan doen zich ook in Nederland voor.
De imagoschade voor de bedrijven en de sector als geheel dreigt ook een domper te zetten op de sterke verbetering die de rubber- en kunststofindustrie sinds 2014 laat zien. Dat herstel van de sector heeft uiteraard ook positief effect op de werkgelegenheid, het terugdringen van CO2 uitstoot en het nationaal product van Nederland.
Grondstofproducenten moeten levering waarborgen
Sinds 1970 is de omzet van de rubber- en kunststofindustrie gestegen van € 500 miljoen tot circa € 8 miljard in 2014. Een enorme prestatie dankzij het innovatief vermogen van de NRK-fabrikanten. De vernieuwing door en samenwerking met de grondstof leveranciers was daarbij een belangrijke succesfactor. Om deze ketensamenwerking succesvol voort te zetten is het essentieel dat de grondstofleveranciers waarborgen scheppen voor ongestoorde levering van gecontracteerde grondstoffen.