‘Laat ik vooropstellen dat de samenwerking tussen de Nederlandse en Duitse industrie de laatste jaren een enorme boost heeft gekregen. Dit is natuurlijk gerealiseerd door het partnership van de Hannover Messe in 2014. Dit heeft een uitermate goede indruk achter gelaten’, ziet Guido Landheer, directeur Topsectoren en Industriebeleid bij het ministerie van Economische Zaken.
‘Niet alleen door de aanwezigheid van de honderden Nederlandse bedrijven, maar tevens door de aanwezigheid van de Nederlandse politiek.’ Ook dit jaar was minister Kamp aanwezig. Landheer straalt het trots zijn op de Nederlandse industrie uit tijdens zijn meerdaagse aanwezigheid op de Hannover Messe. ‘Wat ik merk is dat er een stabiliteit ontstaat onder de bedrijven die vaker aanwezig zijn op deze Europese industriële vakbeurs en daardoor meerjarige contacten en contracten weten te verkrijgen.’
Binnen het huidige (topsectoren)beleid is er veel belangstelling voor het industriële mkb en de techniek. En je ziet ook resultaat. We zien een snelle groei van het aantal bèta techniekstudenten. In het hbo kiest nu 22 procent en in het wetenschappelijk onderwijs zelfs 35 procent een bèta-opleiding. Nu moeten we dit ook nog zien te realiseren in het mbo. Maar dit gaat de goede kant op.’
Ook is Landheer trots op de resultaten binnen de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI´s). ‘Ondernemers en wetenschappers van de negen topsectoren werken samen in deze TKI’s. We zien dat hier, maar ook op andere terreinen binnen de topsectorenaanpak, steeds meer mkb’ers betrokken zijn. Het afgelopen jaar waren dat er bijna drieduizend, waarvan tweederde uit het midden- en kleinbedrijf. Dus ook hierbij zie je dat dit niet meer alleen voor de grotere ondernemingen is weggelegd.’
Fieldlabs
De Nederlandse Smart Industry-aanpak met onze fieldlabs, waarbij bedrijven en kennisinstellingen doelgericht Smart Industry- oplossingen ontwikkelen, testen en implementeren, is in Europees verband opgevallen. Europees commissaris Günther Oettinger vindt dat dit in Europees verband een vervolg moet gaan krijgen. ‘Hiermee mogen we wel vaststellen dat we als Nederland een behoorlijke inhaalslag aan het maken zijn. We mogen dan in het verleden de industrie uit het oog zijn verloren in Den Haag, maar daar is nu de nodige verandering in aangebracht.’