Houtskeletbouw tegen aardbeving

Foto van: De redactie
Geplaatst door De redactie

De NAM gaat, in het kader van haar Nieuwbouw Innovatieregeling, het initiatief van VDM/NBvT/SHR/SKH/De Groot Vroomshoop/Toeck en TU Eindhoven om te komen tot woningen die specifiek aardbevingsbestendig zijn financieel ondersteunen.

NAM en andere deskundigen zien dit houtskeletbouwvoorstel als oplossing voor aardbevingsbestendig bouwen in de gaswinnings- en risicogebieden in Groningen. Bij het bewuste initiatief zijn SHR en SKH als partners nauw betrokken. Van nature is houtskeletbouw, mede dankzij de relatief lichte materialen, al aardbevingsbestendig. In het initiatief is sprake van een nieuwe, zeer innovatieve indeling en daarmee samenhangende constructieve invulling. De bijzondere kwaliteiten op het gebied van aardbevingsbestendigheid van houtskeletbouw nemen daarmee nog verder toe.

Bewezen methodiek

Houtskeletbouw heeft zich al jarenlang bewezen als bouwmethode: minimale foutkansen door gecontroleerde prefabricage in een geconditioneerde fabriekshal, een perfect binnenklimaat en een hoge isolatiewaarde zijn kenmerkend. Het toepassen van hout als meest duurzame grondstof én de schokbestendige kwaliteiten vervolmaken de voordelen van deze bouwmethode. De initiatiefnemers tot deze inzending bij de NAM zijn verheugd dat ook voor de meest veeleisende omstandigheden (in Groningen) houtskeletbouw nu als vanzelfsprekende oplossing wordt erkend. Houtskeletbouw in plaats van zware bouwwerken, bijvoorbeeld uit metselwerk, is een goede oplossing voor het aardbevingsgebied in Groningen. Dat blijkt uit aanbevelingen in het ontwerp Nationale Praktijk Richtlijn 9998 (NPR 9998), die onlangs is gepubliceerd door NEN.

Trekkrachten

Licht bouwen, zoals in hout, voorkomt instorten en verkleint de kans op scheuren, zo blijkt uit rekenvoorbeelden. Bewoners en bedrijven in Groningen ondervinden veel ongemak en financieel nadeel van de aardbevingen die samenhangen met de aardgaswinning. Woningen scheuren, boerderijen verzakken, bedrijfsgebouwen raken uit het lood. De als gevolg van aardbevingen voortkomende krachten in het bouwwerk zijn recht evenredig met de massa ervan. Gevolg: de belastingen en dus vaak de schade bij zware bouwwerken is groot in vergelijking met die bij lichte bouwwerken. Metselwerk is goed in het opnemen van drukkrachten, maar het is niet of nauwelijks in staat om trekkrachten op te nemen. Gevolg: het metselwerk scheurt. Ook na het uitvoeren van reparaties zal het metselwerk bij een volgende aardbeving helaas opnieuw scheuren en is er kans op instorting. De kantelkrachten zijn bij zware gebouwen evenredig groot. De redundancy (het vermogen om te vervormen voordat bezwijken op zal treden) is laag. De kans op instorting bij traditionele bouw is daarmee hoog.

Licht bouwen

Bij houtskeletbouw kunnen de kantelkrachten via verticale verankeringen worden afgedragen, wat instortingen en waarschijnlijk ook scheuren voorkomt en dus financiële schade vermijdt of (aanzienlijk) vermindert. Een belangrijke bevinding is dan ook: bouw licht en dus in hout.

Houtskeletbouw, mits goed ontworpen, kan zeer veel energie opnemen voordat het bezwijkstadium bereikt wordt. De redundacy is uitermate hoog. In combinatie met het lage eigen gewicht, en daarmee lage krachten, is houtskeletbouw uitermate geschikt voor het aardbevingsgebied in Groningen, zo stellen de initiatiefnemers.