Om te zorgen voor voldoende en goed opgeleid technisch personeel, werkt het kabinet samen met het onderwijs en bedrijven aan hogere instroom van techniekstudenten in het onderwijs, aan betere aansluiting van studie naar werk en aan het stimuleren van vakmanschap. Mede door deze samenwerking is het aandeel instromende bètastudenten aan de universiteit in de afgelopen tien jaar gestegen van 26 procent naar 35 procent.
Het afgelopen studiejaar stroomden 19 123 studenten het universitaire technische onderwijs in. In het HBO is het aandeel technische studenten gegroeid van 18 naar 22 procent; 21 507 studenten per jaar. Dat blijkt uit de voortgangsrapportage over het Techniekpact, die het kabinet naar de Kamer stuurde. Daarin wordt geconcludeerd dat de arbeidsmarkt voor technische beroepen meer in balans komt, al zijn er nog steeds 28 000 openstaande vacatures voor bijvoorbeeld elektromonteurs en cybercrime specialisten.
Onmisbaar
Minister Henk Kamp van Economische Zaken: “Voor bedrijven zijn vakbekwame technici onmisbaar. Zeker nu de economie aantrekt, blijft het van belang dat mensen vaker kiezen voor techniek. Met het Techniekpact slagen we er samen met het onderwijs en bedrijfsleven steeds beter in om mensen op te leiden voor technische beroepen. Er blijft desalniettemin werk aan de winkel.” De bewindsman vervolgt: “Nog steeds zijn er meer dan 28 000 openstaande vacatures voor technisch geschoold personeel. Voor de meer dan 600 000 werkzoekenden bieden die potentiële werkplekken concrete kansen.”
Ook meisjes
Minister Jet Bussemaker van Onderwijs: “De inspanningen om meer leerlingen en studenten voor bètatechische studies te laten kiezen werpen zijn vruchten af. Goed om te zien dat ook het aantal meisjes en vrouwen dat voor techniek kiest toeneemt. Maar we zijn er nog niet. Ik zie het als het huiswerk van de overheid en het bedrijfsleven om daar de komende jaren nog een flinke impuls aan te geven. We moeten er voor zorgen dat de studenten die kiezen voor een technische studie daarna ook een baan in de techniek vinden anders laten we teveel bèta-/technisch en ICT-talent onbenut.”
Al op basisschool
Staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs: “Het is belangrijk om kinderen vroeg uit te dagen om techniek leuk te vinden. Leerlingen zijn al jong nieuwsgierig en dat moet je stimuleren. Dat kan als je al op de basisschool spelenderwijs begint en er voor zorgt dat je op de middelbare school de interesse voor techniek vasthoudt. Je ziet ook al resultaten: leerlingen in het voortgezet onderwijs kiezen steeds vaker voor een bèta profiel. In het VWO zit dit percentage op 62%.”
Initiatieven
Vanuit het Techniekpact starten bedrijven, scholen en universiteiten landelijke en regionale initiatieven om meer studenten te interesseren voor techniek en om de arbeidsmarktpositie van technici te versterken. Het bedrijfsleven investeerde afgelopen twee jaar al meer dan 100 miljoen euro in de samenwerking met het onderwijs en de overheid, bijvoorbeeld in Centra voor innovatief vakmanschap.
Ook vanuit de negen topsectoren zijn er in het afgelopen studiejaar bijna 500 beurzen beschikbaar gesteld om studenten al in een vroeg stadium kennis te laten maken met bedrijven. De topsectoren willen dit aantal beurzen komende jaren verdubbelen.
Om knelpunten op de arbeidsmarkt weg te nemen, heeft het kabinet ten slotte 600 miljoen euro uit getrokken voor specifieke sectorplannen. Ook in deze sectorplannen is ruimschoots aandacht voor techniekopleidingen. Ruim 80.000 technici kregen al de kans om zich om- of bij te laten scholen. In totaal zullen komende jaren 200 000 technisch geschoolde mensen ondersteuning krijgen vanuit de sectorplannen.