De wereldwijde maakindustrie wil de komende twee jaar voor een recordbedrag investeren in onderzoek & ontwikkeling (R&D) om zowel groei als een reductie van kosten te realiseren. De bedrijven in de sector worden hiertoe vooral gedwongen door nieuwe technologieën die in hoog tempo hun intrede doen, concurrenten die het tempo van innovatie aanzienlijk opvoeren en een innovatiecyclus die steeds korter wordt.
Uit jaarlijks onderzoek van KPMG onder bijna vierhonderd bestuurders van bedrijven in de maakindustrie blijkt dat 40 procent van de ondernemingen van plan is om de komende twee jaar meer dan 6 procent van de totale omzet te investeren in R&D. De helft van de ondernemingen geeft aan dat de strategie van de onderneming inmiddels bepaald wordt door innovatie. Ruim 30 procent van de bedrijven geeft aan dat de ontwikkeling van nieuwe producten de komende twee jaar de belangrijkste prioriteit vormt en dat het verbeteren van de efficiency in R&D dit jaar één van de belangrijkste uitdagingen vormt.
Tempo van innovatie
‘Het besef is duidelijk doorgedrongen bij de bedrijven dat zij zullen moeten innoveren om te overleven’, zegt Ricardo Tülkens, partner bij KPMG en sectorleider Industrial Manufacturing. ‘Door de economische recessie, die aanzienlijke prijsdruk en verhevigde concurrentie tot gevolg had, zijn bedrijven ervan overtuigd geraakt dat ze innovatiever moeten worden als ze op de lange termijn groei willen realiseren.’
Het investeren van grotere bedragen in R&D levert hierbij zeker een bijdrage. Het gaat er echter vooral ook om dat bedrijven hun innovatie slim uitvoeren, het juiste businessmodel kiezen en ook verder laten evolueren. Tülkens: ‘Duidelijk is dat het tempo van innovatie snel omhoog gaat. Waren bedrijven vroeger bereid om tien tot vijftien jaar te wachten om een nieuwe disruptieve technologie te ontwikkelen en commercieel uit te nutten, vandaag de dag vragen met name stakeholders voortdurend om vernieuwing.’
Meer samenwerking
Om de snelheid van de innovatiecyclus te kunnen volgen en de risico’s en de kosten van innovatie te verminderen, zoeken veel ondernemingen samenwerking met leveranciers, klanten en technologiebedrijven. ‘Deze samenwerking uit zich in diverse vormen. Een aantal bedrijven kiest voor een partnership met de toeleverancier of de verkoper om te komen tot vernieuwing van productonderdelen. Andere bedrijven zoeken het in samenwerking met niet-traditionele spelers en technologieleveranciers om vernieuwing te identificeren, te ontwikkelen en te commercialiseren’ vertelt Tülkens.
Ruim 75 procent van de onderzochte bedrijven in het KPMG-onderzoek geeft aan dat toekomstige innovatie binnen de onderneming bepaald gaat worden door samenwerkingsverbanden en niet door mogelijke inspanningen die intern worden gedaan om innovatiever te worden. Iets meer dan 80 procent ontwikkelt op dit moment nieuwe bedrijfsmodellen die gekarakteriseerd worden door meer samenwerking met leveranciers en klanten om de opbrengst van de investeringen in innovatie te verhogen.’
Beperkte transparantie
Uit het onderzoek van KPMG blijkt dat de bedrijven zich zorgen maken over de transparantie in de productieketen en de leveranciers die daarin opereren. ‘Een beter zicht op en samenwerking met de toeleveranciers vormt voor veel bedrijven dan ook een belangrijke uitdaging’, zegt Tülkens. ‘Maar 14 procent van de bedrijven geeft aan dat zij een compleet beeld hebben van de capaciteiten en prestaties van hun toeleveranciers. Dit betreft zowel de tier 1 als de tier 2 leveranciers. Bijna 40 procent geeft aan dat zij in feite alleen beperkt zicht hebben op de belangrijkste, de tier 1 leverancier. Recente verstoringen in de wereld geven aan dat het van cruciaal belang is het zicht in de keten te verbeteren en de toelevering van onderdelen geografisch goed te spreiden waardoor geopolitieke risico’s worden beperkt.’