ENSCHEDE – Onderzoek en ontwikkeling verrichten zonder dit toe te passen in de eigen industrie leidt op termijn tot uitverkoop. Dat moet Nederland absoluut voorkomen, vindt Martin Leushuis, voorzitter-directeur van de Verenigde Maakindustrie Oost (VMO). Samenwerking met Duitse, andere Europese bedrijven en bedrijven in ’emerging markets’, zoals Pakistan, biedt Nederlandse toeleveranciers de kans om hun wereldmarktpositie te versterken.
Duitsland en Pakistan lijken willekeurig gekozen, maar voor Leushuis is dat niet zo. Vanuit Enschede investeert hij logischerwijs in de contacten die toeleveranciers in het oosten van Nederland opbouwen met Duitse bedrijven. Dat is het natuurlijke achterland. Leushuis is tevens voorzitter van de Nederlands Pakistaanse Business Council. Die relatie wil hij óók inzetten ten behoeve van de toeleveringsindustrie. ‘In Nederland hebben we een totaal verkeerd beeld van Pakistan. Ik vergelijk het land met het China van enkele jaren geleden. Het ontwikkelt zich heel snel, de economie groeit jaarlijks met 8 procent en het wil samenwerken met buitenlandse bedrijven.’
Franc Coenen
Foto: Voorzitter-directeur van de VMO, Martin Leushuis.
Meer over dit onderwerp in de rubriek Toeleveren en Uitbesteden van Vraag en Aanbod – week 28.