Utrecht
15 mrt. 2012
1 minuut
Een andere blik op Rapid Prototyping is nodig om dit om te zetten naar daadwerkelijke productietechnologie. Dit pleidooi hield René Houben van TNO donderdagmiddag in het Innovatietheater.
‘Het laagsgewijs opbouwen van 3D-producten is voor producenten een interessante methode. Maar waarom stagneert dan de ontwikkeling van deze techniek’, vragen Houben en TNO zich af. Oftewel: we moeten van Rapid Prototyping naar Additive Manufacturing, het fabriceren van een eindproduct.
Producerende bedrijven willen er volgens Houben nog onvoldoende aan. ‘We proberen door onderzoek meer te laten zien hoe snel een proeflijn bij TNO een product kan printen.’
Het denken in vormvrijheden van ontwerpers is daarbij erg belangrijk. Houben: ‘Daarnaast is het van belang dat we kijken naar de mogelijkheden van continuous production in plaats van batch. Dat houdt in dat het product langs verschillende printplaten draait in plaats van de printplaat over het product te laten glijden.’
Met een voorbeeldproduct van 50×75 mm en 6mm dikte kwam TNO in haar proefopstelling in Eindhoven tot een snelheid van 1000 producten in 10 minuten. ‘En dan zit je aan snelheden die overeenkomen met spuitgieten. Dit is nodig om Rapid Prototyping te brengen naar snelle productie: Rapid Manufacturing’, weet Houben. Dan kan de industrie van producten per dag naar producten per uur in 3D-printing.
Daarnaast onderzoekt TNO om te komen tot een kosteneffectief 3D printsysteem, dat een brede range aan materialen met hoge snelheid 3D kan printen. Ook vrijdag zijn er nog lezingen in het Innovatietheater in hal 2 van de ESEF.