Stodt wordt breder: 24/7 staat volop in de schijnwerpers

Foto van: Rolf Elling
Geplaatst door Rolf Elling

Met het integreren van vakopleidingen, advisering en proefproducties wil Stodt Toekomsttechniek, de markten verbreden. ‘Wij zijn van origine opgericht als opleidingsinstituut voor het oosten van Nederland, maar we zien de activiteiten breder worden en meer en meer verschuiven over de rest van Nederland. Maar ook richting Duitsland liggen in onze visie mogelijkheden’, vertelt directeur Hubert de Haas.

Ook ziet De Haas concentraties ontstaan rond de Technische Universiteiten, zoals bijvoorbeeld in Eindhoven en Enschede.

We merken bovenal dat er veel belangstelling is voor onze activiteiten op het gebied van bijvoorbeeld 24/7. Onze machines in de verspaning zijn hier ook voor ingericht. Zo zal binnenkort het Mori Seiki-bewerkingscentrum, dat overigens als eerste draai-/freescentrum van Mori Seiki is voorzien van een Siemens-besturing, ook 24/7 kunnen gaan draaien met een Cellro-robotcel. Het enorme toekomstige tekort aan instroom in de maakindustrie, zal niet kunnen worden gevuld door de zij-instromers. Bedrijven die de mogelijkheden hebben om 24/7 te gaan invoeren, al dan niet noodgedwongen, moeten hiervoor nu de keuzes gaan maken. De overstap naar 24/7 vraagt in vele gevallen financieel een forse investering. Het is niet iets wat je zomaar even doet’, aldus De Haas. ‘Hierbij is het ook van belang dat de bedrijven de financieringen hiervoor kunnen verkrijgen.’

Hoger plan

Daarnaast voorziet De Haas dat het opleidingsniveau op een hoger plan moet komen. ‘Enkele opleidingen zien we nu al doorgroeien naar niveau 5. In samenwerking met TSM business school in Enschede gaan we dergelijke opleidingen aanbieden. Noodzakelijk omdat in de maakindustrie de processen steeds complexer worden. Ik verwacht dat er veel meer samenwerkingsverbanden zullen ontstaan. Dit is noodzaak omdat je als organisatie niet overal dure machinelijnen kunt optuigen.’ Stodt is momenteel ook bezig om e-learning modules te ontwikkelen. ‘Dit moet je zien als ondersteuning voor de praktijk. Het zullen derhalve geen complete pakketten gaan worden. Het blijven opleidingstrajecten waarbij de praktijk een essentiële rol speelt.’