Drukbezocht minisymposium bij Safan over flexibel werken

Foto van: De redactie
Geplaatst door De redactie

Zeven bedrijven uit de plaatwerkindustrie hebben het afgelopen half jaar ondervonden wat het flexibeler inzetten van personeel voor hun bedrijf kan betekenen. Met hulp van TNO gingen ze aan de slag met het flexibeler maken van hun personele bezetting.

De problematiek bleek bij de bedrijven verschillend te zijn maar ze liepen alle tegen dezelfde vragen op: ‘waar moet je beginnen, hoe overtuig je van het nut en hoe krijg je je mensen mee?’ Een paar weken geleden werd voor een grote groep geïnteresseerde collega-bedrijven verslag uitgebracht van de activiteiten tijdens een minisymposium bij machinebouwer Safan in Lochem.

Tijdens dit symposium deelden de bedrijven hun ervaringen en presenteerde TNO de nieuwste inzichten. Frederik Lodeizen van de Federatie Metaalplaat (FDP) opende als organisator de bijeenkomst en ging in op het belang van flexibilisering van het personeel voor de bedrijfstak. Francel Vos van TNO presenteerde vervolgens verschillende tools die ingezet kunnen worden om de discussie binnen een bedrijf te voeren en inzichtelijk te maken waar ruimte zit voor flexibilisering.

Mensenwerk

Thomas Regout heeft eind vorig jaar een zelfsturend team ingesteld dat met vallen en opstaan nu met meer rendement draait dan andere onderdelen van de organisatie. Ruud Keulen van Thomas Regout vertelde tijdens de bijeenkomst dat het invoeren van flexibel werken een proces is waar hij helemaal achter staat, maar waar zeker niet te licht over gedacht moet worden. ‘Flexibiliteit is vooral mensenwerk. Waar techniek en systemen veel energie en middelen vragen, zijn het de mensen die het verschil maken. Het kost veel moeite om iedereen mee te krijgen en te overtuigen van de werkwijze. Het mooie is dat werknemers steeds meer de voordelen van zelfsturing en flexibel werken gaan zien en zelfs eerdere impopulaire maatregelen (als de urenbank) heroverwegen’, aldus Keulen. Voor Thomas Regout is flexibel werken essentieel voor het uitbouwen van haar marktpositie.

Leidinggeven 2.0

Mark Das van Safan ging in op het leanmanagement dat binnen Safan is ingevoerd. Flexibilisering van personeel, vooral in denken en handelen is hierbij een vereiste. Daarnaast heeft Safan een competentiematrix gemaakt met hierin een overzicht van de kennis en vaardigheden van de medewerkers. ‘Een competentiematrix laat snel op afdelingsniveau zien waar de ‘kennisbezetting’ laag is en waar dus risico’s liggen op het gebied van ziekte of verloop. Ook biedt de competentiematrix handvatten voor functioneringsgesprekken en doorgroei en loopbaanpaden’, aldus Das.

De Cromvoirtse zet de matrix ook hiervoor in en laat de matrix door leidinggevenden invullen en bespreken met werknemers. De Cromvoirtse heeft voor de beoordeling een aparte checklist ontwikkeld waarmee medewerkers beter gecategoriseerd kunnen worden. Bart de Graaf van TNO liet zien dat de flextool van TNO goed gebruikt kan worden voor het doorrekenen van voordelen van een urenbank.

De Boer Machines

De Boer Machines zette deze tool in om te beoordelen of een urenbank iets voor ze is. Duidelijk is dat een goede introductie en enige urgentie binnen het bedrijf noodzakelijk is voor draagvlak voor een urenbank. Er moet een win-win situatie zijn voor zowel organisatie als werknemers. Walter van Grotel van Innotec vertelde tenslotte over zijn ervaringen met leidinggevenden.

‘Deze groep is essentieel in het meekrijgen van medewerkers maar moet hiervoor voldoende toegerust zijn. Praten over inzetbaarheid en flexibel werken vraagt om goede vaardigheden, de ruimte om afspraken te kunnen maken en steun bij de uitvoering. Leidinggeven2.0 gaat niet vanzelf en vraagt om zorgvuldige begeleiding. Een sessie waarbij onduidelijkheden uit de weg worden geruimd kan helpen begrip te creëren voor het doel en wederzijds belang.’

Nuttig

Na een middag met inspirerende presentaties en gesprekken is volgens Frederik Lodeizen van FDP duidelijk geworden dat flexibilisering zeker wat voor de plaatwerkindustrie kan betekenen. ‘Ondanks dat veel deelnemers aan het clusterproject al veel zaken op de rit hadden werden tijdens het afgelopen half jaar toch weer nieuwe ideeën opgedaan en zinnige contacten gelegd. De bevestiging ‘goed en up-to-date’ bezig te zijn en je te kunnen spiegelen aan anderen was voor de deelnemers zeer waardevol. Bovendien helpt een traject als dit om écht aan de slag te gaan en zaken in gang te zetten.’