VNconstructeurs luidt noodklok om hbo-opleiding constructeurs

Foto van: De redactie
Geplaatst door De redactie

Hbo-afgestudeerde constructeurs hebben onvoldoende kennis van essentiële vakken als wiskunde en mechanica. Dat zegt beroepsvereniging VNconstructeurs op basis van onderzoek. Voorzitter Johan Galjaard: ‘De maatschappij mag verwachten dat hbo-constructeurs goed zijn opgeleid. Dat blijkt niet het geval.’

De vereniging pleit ervoor onderwijsgevend talent meer te concentreren, net als de beschikbare financiële middelen.

Op 14 van de 21 basiscompetenties die in de praktijk essentieel zijn voor het functioneren van een constructeur, scoren hbo-afgestudeerden ‘slecht’ tot ‘zeer slecht’, zo blijkt uit het onderzoek. Acht competenties zijn zeer slecht ontwikkeld, waaronder toegepaste mechanica, constructieleer en modelleren voor onder meer berekeningen. Zes competenties scoren slecht, waaronder wiskunde, materiaalkunde en analysetechnieken.

Nijpend probleem

Al jaren maakt de branche zich zorgen. Nu de crisis ook in de bouw hard toeslaat, wordt het probleem steeds nijpender, aldus Galjaard: ‘Zodra hbo’ers de arbeidsmarkt betreden, is direct extra begeleiding en bij- en nascholing nodig. Die inspanning komt voor rekening van de werkgevers. Dat het überhaupt nodig is, is natuurlijk zorgelijk. Maar nu de marges in de branche onder grote druk staan, wordt het voor werkgevers steeds moeilijker om deze kosten te dragen. Zo kan de branche niet verder.’

Versnippering

Als belangrijkste oorzaken voor het lage kennisniveau noemt de vereniging de versnippering van het constructieonderwijs over een te groot aantal onderwijsinstellingen, de schaalvergroting in het hbo en het beperkte aantal studenten dat constructie studeert. Daardoor is er binnen hbo’s minder tijd en aandacht voor deze ‘kleine’ opleidingen; veel minder in ieder geval dan voor populaire opleidingen die heel veel studenten trekken.

Concentreren

VNconstructeurs pleit voor meer concentratie: ‘Constructieonderwijs gedijt het best in een relatief kleinschalige omgeving, in plaats van als klein onderdeeltje binnen een grote hbo-instelling. Dat geldt overigens voor de meeste technische disciplines. Door die op een paar plaatsen in Nederland te concentreren kunnen we de beschikbare financiële middelen en het aanwezige onderwijsgevende talent maximaal benutten.’

Onderzoek

Voor het onderzoek zijn enquêtes gehouden onder alle hbo-instellingen met een constructieve opleiding, recent afgestudeerde oud-studenten en werkgevers, zoals ingenieursbureaus en overheidsinstellingen. In totaal deden 340 mensen aan de onderzoeken mee, wat representatief is voor de omvang van de sector. Uit het onderzoek blijkt ook dat de kennis en kunde van universitair afgestudeerde constructeurs wél goed aansluit op de behoeften van de markt.