De AMB in Stuttgart is uitgegroeid tot een van de drukst bezochte machinebeurzen. Dat wil niet zeggen dat je de beurs met de EMO kunt vergelijken, maar een jaar na deze wereldmachinebeurs hebben de fabrikanten wel iets nieuws te melden.
Een jaar na de EMO mag je een en ander verwachten van de machinebouwers. Ze hebben twaalf maanden de tijd gehad om te ontwikkelen, ondanks dat ze natuurlijk vooral druk zijn geweest met het uitleveren van de orders. Want de Duitse machinebouw draait nog steeds op volle toeren. En ondanks dat er deze zomer 4,6 procent meer mensen werkten in deze sector dan vorig jaar zomer, ligt de gemiddelde doorlooptijd van een order nog steeds op 8,4 maanden, slechts een maand minder dan begin dit jaar. ‘De fabrieken zijn met 97 procent bijna helemaal vol belast’, aldus Wilfried Schäfer, directeur van de VDW tijdens de persconferentie op de AMB. Deze beurs weerspiegelde eind september de positieve stemming in de Duitse metaal. Ondanks alle onzekerheden rond de euro, heeft de Duitse industrie in de eerste helft van dit jaar de uitgaven aan investeringen amper teruggeschroefd, overigens in tegenstelling tot de Aziatische en Europese klanten. De Duitsers blijven investeren. De binnenlandse bestellingen namen met slechts 6 procent af, wat ook nog eens terug te herleiden is op enkele grote orders uit de plaatbewerking, aldus Schäfer. Vergeleken met Europa is het Duitse investeringsklimaat volgens hem stabiel.
Duitsland minder ver
Voor Cellro is dit een belangrijk gegeven. De Nederlandse bouwer van automatiseringsoplossingen voor de verspanende industrie was een van de exposanten uit de Benelux op de AMB. Met een totaal andere invulling van de stand dan vorig jaar op de EMO. ‘We hebben altijd gedacht dat Duitsland qua automatisering in het verlengde van Nederland lag. Maar de verspaners zijn hier minder ver dan we dachten’, zegt Bram de Koning van Cellro. De smartcell, begin dit jaar nog op de Techni-Show getoond en eind dit jaar productierijp, is voor veel Duitse verspaners uit het midden- en kleinbedrijf nog een stap te ver. ‘Veel Duitse bedrijven werken in twee en drie ploegen. Het gebrek aan vakmensen is niet zo nijpend als in Nederland. Daarom hebben ze altijd wel mensen om een machine om te bouwen. Ze zoeken daarom ondersteunende automatisering.’ Dat is in de visie van Cellro een robotbelader voor een draai- of freesbank; een afbraamcel en een toolchanger die machinemerk onafhankelijk is. Nog een verschil tussen de Nederlandse en Duitse markt is volgens De Koning dat bij onze Oosterburen kwaliteit verhogen voorop staat. ‘Ze kopen een afbraamcel om de kwaliteit te verhogen, niet primair om kosten te verlagen en efficiency te verbeteren. Dat komt pas later.’
DMG Mori Seiki
Over DMG Mori Seiki kun je pagina’s volschrijven. De beursstand is altijd druk bezocht. ‘Probeer aan de rechterkant langs te lopen, daar kom je er nog enigszins door heen’, zegt een van de exposanten in dezelfde hal, achter de DMG Mori Seiki stand. Op de AMB liet de Duits-Japanse combinatie acht nieuwe machines zien, waaronder de Sprint 50 met 3 revolvers en een B as. Helemaal indrukwekkend is de GMC 35, een automatendraaimachine, gebaseerd op het bestaande Gildemeisterconcept waarvan er wereldwijd al 4.500 zijn verkocht. In totaliteit telt deze machine zes spindels met standaard 21 NC-gestuurde assen, optioneel 31 (dan komen er onder andere C- en A-assen bij, voor bijvoorbeeld aangedreven gereedschappen om de achterkant van het product te bewerken). Net voldoende nog om met de Siemens 840D solution line besturing uit de voeten te kunnen. Meer assen kunnen ook op speciale bestelling, aldus een van de Gildemeister Italiana medewerkers. Topman Rüdiger Kapitza van Gildemeister kondigde aan dat DMG Mori Seiki momenteel drie nieuwe fabrieken bouwt: in de VS, in Rusland en in China. Hier worden in de toekomst elke jaar 3 tot 6.000 extra machines gebouwd. Het concern wil vooral lokaal gaan produceren. ‘Een machine van het ene werelddeel naar het andere verschepen zorgt al gauw voor 15 procent meer kosten.’ Na de beurs deelde Gildemeister mee dat ze op de AMB (en IMTS in Chicago) 377 machines hebben verkocht en orders konden noteren voor een bedrag van 93,7 miljoen euro.
Hermle: goedkoper
Steeds meer machinefabrikanten brengen goedkopere modellen op de markt, ontdaan van dure opties. Op de AMB liet in dit opzicht Hermle van zich horen met het nieuwe 5-assig bewerkingscentrum C 400 basic. Udo Hipp, marketingleider van Hermle, legt uit dat dit basismodel aan productiviteit en nauwkeurigheid niks inlevert ten op zichte van de bestaande C-serie, maar dat de prijs aanzienlijk lager ligt doordat men duur makende opties, zoals voorbereiding op automatisering, achterwege heeft gelaten. ‘Hiermee willen we klanten die dergelijke opties niet nodig hebben behouden.’ Het is niet primair het doel om een heel nieuwe klantengroep aan te trekken met dit concept.
De volgende AMB is van 16-20 september 2014, weer in Stuttgart.