Het Internet of Things leidt tot decentraal aangestuurde logistieke systemen, die daardoor nog sneller en efficiënter worden. De mogelijkheden strekken zich echter uit tot voorbij de vier muren van het warehouse, denk aan integratie van interne en externe logistiek. De grote uitdaging is standaardisatie.
Het Internet of Things belooft machines en apparaten via internet met elkaar te verbinden, zodat ze met elkaar gegevens kunnen uitwisselen en op basis daarvan zelfstandig beslissingen kunnen nemen. Helemaal nieuw in de logistiek is dat concept allerminst. Rollenbanen, magazijnkranen, sorteersystemen en automatisch geleide voertuigen zijn in veel warehouses al verbonden met elkaar, met scanners, sensoren en actuators en met warehouse management en warehouse control systemen die ervoor zorgen dat elk component van het systeem op het juiste moment de juiste handeling uitvoert. De vakbeurs Logistica die van 10 tot en met 13 november plaatsvindt in Utrecht, toont de ontwikkelingen op dat gebied.
Steeds intelligenter
Nu worden deze systemen vaak nog centraal aangestuurd, maar er is een ontwikkeling richting meer intelligentie in de componenten die een decentrale aansturing mogelijk maakt. Dat betekent dat de componenten zelf sneller en beter beslissingen kunnen nemen over bijvoorbeeld de beste route die een doos over een stelsel van rollenbanen kan afleggen. ‘Op termijn zullen we systemen krijgen die zichzelf opvoeden. Ze monitoren zichzelf, analyseren hoe een en ander efficiënter kan en zijn daardoor continu bezig zichzelf te optimaliseren’, vertelt Jan Vercammen, ceo van Egemin Automation.
Vercammen maakt de vergelijking met de hedendaagse auto, die dankzij alle elektronica steeds intelligenter wordt. Denk bijvoorbeeld aan de navigatiesystemen, die op basis van verkeersdrukte steeds weer de route bijstellen.
Connectiviteit in de supply chain
Vercammen noemt twee ontwikkelingen die voortvloeien uit het Internet of Things. De eerste is de mogelijkheid van systemen om voortdurend hun eigen conditie te monitoren en zelf aan te geven wanneer ze onderhoud nodig hebben. ‘Dat voorkomt dat systemen stilvallen omdat een onderdeel het heeft begeven en leidt tegelijkertijd tot lagere onderhoudskosten omdat geen onderhoudsbeurten worden ingepland die eigenlijk nog niet nodig zijn.’
Een andere ontwikkeling is het met elkaar verbinden van interne en externe logistiek. ‘Dat zijn nu vaak nog gescheiden werelden, waartussen te weinig interactie bestaat. Stel je echter voor dat we rekening houdende met files een betrouwbare inschatting kunnen maken van de aankomsttijd van vrachtauto’s. Als de vrachtauto die communiceert aan het warehouse management systeem, kan dit systeem automatisch de planning aanpassen zodat de goederen op het juiste moment op de expeditievloer klaar staan. De connectiviteit in de supply chain zal nog verder moeten verbeteren.’
Standaardisatie is uitdaging
Voordat dit soort mogelijkheden werkelijkheid worden, zullen er verdere stappen moeten worden gezet op het gebied van standaardisatie. Slimme machines en apparaten zullen nog sneller en eenvoudiger aan elkaar gekoppeld moeten worden – plug and play – en met elkaar gegevens moeten kunnen uitwisselen. Dat geldt ook voor hef- en magazijntrucks, stelt Vercammen. ‘We gaan naar een toekomst met hybride oplossingen, waarin mensen en machines nauw met elkaar zullen samenwerken. Manuele processen en systemen blijven nodig omdat sommige processen nooit helemaal te automatiseren zijn’, stelt de ceo van Egemin Automation, dat dit voorjaar is overgenomen door de KION Group, het bedrijf achter de heftruckmerken Linde en Still.
‘Bedrijven willen systemen die op elkaar aansluiten. Als leveranciers zullen we niet alleen betrouwbare, maar ook flexibele systemen moeten bieden. De leveranciers van systemen die in staat zijn op klantspecifieke wensen in te spelen, zijn de winnaars van de toekomst.’