Schuler Gräbener haalt op een gemodificeerde servo kniehevelpers een ‘Glattschnittanteil’ van meer dan 80 procent. Daarmee komt men in de buurt van de kwaliteit die je doorgaans alleen met fijnsnijden bereikt.
Gräbener heeft de doorontwikkelde MSK-pers onlangs gepresenteerd aan zo’n 25 klanten, waaronder enkele geïnteresseerde plaatwerkers uit de Benelux. De getoonde pers is geen concept, maar wordt binnenkort geleverd aan een Franse klant waarvoor de Schuler-dochter deze pers heeft ontwikkeld. De Franse toeleverancier gaat de machine inzetten voor het stansen van synchroonringen.
‘Zijn opdrachtgever vereist een hoge snijkwaliteit. Die vraag stellen klanten ons steeds vaker’, zegt dr. Thomas Gräbener, directeur van de fabriek in de buurt van Siegen waar Schuler onder andere de speciale kniehevelpersen bouwt. De basis voor het huidige resultaat heeft de persenbouwer enkele jaren geleden gelegd, toen een student onderzoek heeft gedaan naar de relatie tussen de stijfheid van de mechanische pers en de kwaliteit van het snijvlak. Uit dit onderzoek is gebleken dat het ‘Glattschnittanteil’ groter wordt naarmate de machine en tafel stijver zijn.
Extra stijf
Om de stijfheid van de kniehevelpers te verhogen, heeft Gräbener 25 ton massa aan de machine toegevoegd: de 630 ton pers weegt 100 ton, vergeleken met 75 ton in de normale uitvoering. Deze massa is niet willekeurig toegevoegd, maar er is gekeken waar de grootste invloed op de buiging is (massatraagheidsmoment). Zo zijn de zijwanden van de pers extra verstevigd en dikker dan normaal, om te voorkomen dat de stempel uit de geleidingen wordt gedrukt. In de pers gebruikt men voorgespannen rolgeleidingen die spelingsvrij zijn; Schuler gebruikt deze op alle universele stans- en omvormautomaten, zowel servo als mechanisch.
De tafel is eveneens aangepast, met als resultaat dat deze per meter slechts 0,04 mm doorbuigt bij volle belasting 630 ton van slechts twee derde van het totale tafeloppervlak. Dankzij de extreme stijfheid kan Gräbener stansen met een snijspeling in het gereedschap van slechts 0,5 procent van de plaatdikte. Bij 3 mm dik plaatwerk betekent dit een snijspleet van amper 0,015 mm. Normaal gesproken bedraagt bij het stansen de snijspeling 3 tot 5 procent van de plaatdikte.
Servo noodzakelijk
Naast deze mechanische modificaties die tot de hoge snijkwaliteit leiden, is de servo-aandrijving een absolute voorwaarde om dit mogelijk te maken. Thomas Gräbener: ‘We gaan met een langzame beweging het materiaal in. Zit het snijstempel in het materiaal dan versnellen we. Dit bewegingsprofiel geeft bij de meeste materialen die we tot nog toe getest hebben, het beste resultaat.’
Het ‘Glattschnittanteil’ bedraagt dan meer dan 80 procent, terwijl dat normaal bij 50 procent blijft steken. Dit is weliswaar niet de 100 procent die je met fijnstansen haalt. Maar, legt Gräbener uit, voor veel toepassingen volstaat een percentage van 80 procent (gladsnijden), omdat de kwaliteit van het breukoppervlak dan zo hoog is, dat geen nabewerking meer nodig is. Ten opzichte van fijnsnijden biedt de oplossing van Schuler Gräbener de voordelen dat je geen speciaal en duur gereedschap nodig hebt en je een flexibelere machine in huis haalt. Door de 2.500 mm lange tafel (eventueel is 3.600 mm leverbaar) en de servo-aandrijving kun je nog andere bewerkingen integreren, zoals het snijden van schroefdraad, stiftlassen, ombuigen of lasermarkeren.