In februari is de orderportefeuille in de burgerlijke en utiliteitsbouw afgenomen met een tiende maand. Door deze afname is de werkvoorraad uitgekomen op 5,3 maanden. Zowel in de woningbouw als in de utiliteitsbouw is de werkvoorraad door een daling van een tiende maand uitgekomen op 5,3 maanden.
Dit blijkt uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van maart 2013 van het Economisch Instituut voor de Bouw.
In de grond-, water- en wegenbouw is de orderportefeuille in februari met een tiende maand toegenomen tot 5,5 maanden. De toename van de werkvoorraad was geheel geconcentreerd in de grond- en waterbouw, waarbij de werkvoorraad met twee tiende maand is toegenomen tot 6,1 maanden. In de wegenbouw is de werkvoorraad gelijk gebleven en bedraagt 4,8 maanden.
De helft van de bouwbedrijven verwacht stagnatie in onderhanden werk als gevolg van onvoldoende orders. Dit aandeel is ten opzichte van vorige maand weer toegenomen, aangezien er deze maand minder hinder was van het winterweer. Vooral b&u-bedrijven geven aan hinder hiervan te ondervinden.
Bijna zeven van de tien b&u-bedrijven beoordelen hun huidige orderpositie als klein. Ruim een derde van de bedrijven verwacht een afname van het personeel, terwijl zes van de tien bedrijven geen verandering verwachten.
Ruim acht van de tien bouwbedrijven verwachten dat hun prijzen gelijk zullen blijven.