Plaatwerkindustrie moet overstappen op laserlassen

Kan de plaatbewerker de komende jaren nog mee met oude plaatwerktechnologie als de komende jaren de markt echt gaat groeien. Nee dus want volgens Ger van der Endt moet de Nederlandse plaatwerkindustrie overstappen op het laserlassen.

Trumpf Nederland zit tegenwoordig samen met onder andere AWL Techniek en het Laser Applicatie Centrum in een werkgroep die zich bezighoudt met het versnellen van het toepassen van laserlassen. De manier waarop plaatwerkers tegen deze technologie aankijken, vormt de grootste drempel. De interesse is er, maar het beeld bestaat dat laserlassen hoge investeringen vergt en een typische high tech oplossing is. ‘Als werkgroep willen we de voordelen van de techniek meer bekendheid geven en het weghalen uit de high tech sfeer.’ Nederland begint wat het laserlassen betreft namelijk achter te lopen op Duitsland, waar de technologie veel breder geaccepteerd is.

Constructeurs

Trumpf en de andere spelers op dit vlak richten hun pijlen mede op de constructeurs. Daar ligt namelijk de sleutel om het laserlassen breder in de markt te zetten. Zodra zij overtuigd zijn van de voordelen van laserlassen en zij deze technologie in het lastenboek opnemen, moeten plaatwerkers laserlassen gaan toepassen. Uiteindelijk kun je door met de laser te lassen, de kwaliteit van je product verbeteren en de kosten reduceren doordat nabewerken wegvalt. Een van de fabeltjes die men uit de wereld wil helpen, is dat laserlassen alleen geschikt is voor grote series. Integendeel, denkt Ger van der Endt. ‘De technologie is ook geschikt voor kleine series, maar dan moet je simpele mallen bedenken. Opspanmallen hoeven niet duur te zijn; ontwikkel universele mallen. Dat kunnen veel bedrijven best zelf doen.’

Materiaalkosten

De laatste jaren is de fiberlaser aan een sterke opmars bezig. Ook bij Trumpf. Voor het snijden van dunne plaat is deze laser geschikter dan de CO2-laser, die op zijn beurt universeler is doordat je hiermee ook dikkere plaat kunt snijden. Om die reden zie je dat plaatwerkers die nu pas hun eerste laser kopen vaak voor een CO2-laser kiezen, terwijl bedrijven die hun bestaande lasermachinepark uitbreiden vaak de fiberlaser erbij nemen.
Trumpf ziet het specifieke toepassingsgebied van deze twee laserbronnen naar elkaar toegroeien. Een argument dat vaak ter sprake komt in de afweging tussen de twee laserbronnen is dat de fiberlaser lagere kosten met zich meebrengt. Het energieverbruik en de onderhoudskosten liggen lager dan bij de CO2-laser. Ger van der Endt waarschuwt voor het verkeerd uitleggen hiervan. In theorie klopt het, maar als je naar de kostenverdeling in de plaatbewerking kijkt, zie je dat de materiaalkosten bij dunne plaat 75 procent van de totale kosten bedragen.
‘Het aandeel van de machinekosten is heel gering. Het effect van de fiberlaser op de kostprijs van je product is daarom beperkt. Je kunt beter zorgen dat je materiaalgebruik en je logistiek efficiënter worden.’

De machine, magazijn en calculatie

Het draait niet alleen om snelheid. Belangrijker is hoe benut je je productiecapaciteit? Hoe efficiënt gebruik je je materiaal? Hoeveel gooi je weg? Trumpf verbindt met de nieuwste versie van TruTops FAB de productieafdelingen met de bedrijfsvoering: de machine, het magazijn en de calculatie worden direct verbonden met het ERP-pakket. Het pakket stroomlijnt alle datastromen tussen de afdelingen en zorgt voor minder administratieve handelingen en een efficiëntere nesting. De software registreert bovendien of en waarom de machine stilstaat: is er een storing, doet de operator even iets anders, is er geen materiaal? Ger van der Endt: ‘Belangrijk is dat de inzet van de machine omhoog gaat. Dat is niet alleen een kwestie van software, ook van je verstand gebruiken, bewust bezig zijn met je proces.’ Om klanten daarbij te ondersteunen, werkt Trumpf Nederland samen met een aantal andere partijen.

Nieuwe klantenindeling

Trumpf zelf gaat inmiddels ook heel ver met de ondersteuning van de beste klanten om hun productieproces te verbeteren. Op de Techni-Show van 2012 heeft men een nieuwe segmentering in het klantenbestand geïntroduceerd, met als doel om gezamenlijk met de klant tot een hogere beschikbaarheid van diens machinepark te komen. De fabrikant maakt nu onderscheid in basic klanten, de machineklant, de procesklant en de applicatieklant. De proces- en applicatieklanten zijn de plaatwerkers die aan de top willen meedraaien. Trumpf Nederland geeft voor deze klanten beschikbaarheidsgaranties voor machines af, mits ze aan een aantal voorwaarden voldoen. Daarnaast biedt de machineleverancier hen inzicht in de kosten van hun machinepark en benchmarkt deze gegevens met andere bedrijven. ‘Het concept is redelijk positief aangeslagen’, zegt Ger van der Endt.

‘We hebben hier al orders mee gewonnen. Anderzijds klagen anderen, omdat we niet langer degene die het hardst roept het eerst helpen.’ Wat hem is tegengevallen bij het uitrollen van dit concept, is het overtuigen van de eigen medewerkers. ‘Het kost veel meer tijd en moeite dan gedacht om deze filosofie bij de eigen mensen in de hoofden te stampen.’ Hij blijft wel geloven in deze aanpak. Alleen zo kunnen machineleverancier en klant samen toegroeien naar een betere internationale concurrentiepositie. ‘Op het hoofdkantoor in Ditzingen is men nu ook bezig met dit concept. Men wil het doorontwikkelen voor de andere markten.’