Het Europese Hof van Justitie heeft bepaald dat bedrijven op componentniveau moeten gaan communiceren met hun afnemer als een product meer dan 0,1 procent van een gevaarlijke stof bevat. Tot nu toe gold deze communicatieverplichting alleen op productniveau.
FME heeft staatssecretaris Mansveld (milieu) en de Kamer laten weten zeer ongerust te zijn over het arrest van het Europese Hof van Justitie, dat duizenden bedrijven die met Reach te maken hebben voor een onmogelijke opgave stelt.
Andere regels
FME-beleidsadviseur Robert van Beek legt uit waarom deze uitspraak bedrijven in grote problemen brengt. ‘Allereerst zijn veel producten samengesteld uit twee of meer componenten, die zelf ook weer gedefinieerd kunnen worden als een product. Neem een radio. Die bestaat uit een kast, speaker, elektronica, antenne, etc. Zo’n component bestaat dan weer uit condensator, weerstandje, etcetera. Dat betekent dat er een enorm aantal verschillende onderdelen in zo’n radio voorkomen. Daar komt bij dat de in die radio verwerkte onderdelen gedeeltelijk van buiten de EU afkomstig zijn. Daar gelden andere regels en het is voor bedrijven in Europa onhaalbaar om per onderdeel na te gaan of daar een van de 163 gevaarlijke stoffen in zit die op een EU-lijst staan. Het verkrijgen van zo veel verschillende gegevens voor één radio leidt tot enorme lastendruk en daarmee tot hoge extra kosten. De milieuwinst van deze maatregel zien we niet, omdat het alleen om een communicatieverplichting gaat. Voor het daadwerkelijk verbieden of beperken van gevaarlijke stoffen, wat uiteraard wel tot milieuwinst leidt, gelden namelijk weer andere regels.’ Inmiddels heeft FME van I&M een uitnodiging ontvangen om hierover in gesprek te gaan op 19 oktober.