Ede
31 Jul. 2013
2 minuten
In overleg tussen brancheorganisaties in de bouw, het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en andere voor bouwproducten relevante organisaties is vorige maand besloten tot het oprichten van een Communicatieforum CE-markering bouwproducten. Als neutrale voorzitter van dit communicatieplatform in oprichting is Maarten van Hezik aangewezen.
Op 28 juni is een aantal organisaties Stichting Bouwkwaliteit (SBK), Nederlands Normalisatie-instituut (NEN), Stichting KOMO en Stichting STABU) uit de kerngroep van dit op te richten Communicatieforum bijeengeweest met als doel tot eenduidige voorlichting te komen over de relatie tussen CE-markering en de private keurmerken. Op dit moment wordt de bouwsector geconfronteerd met een ingrijpende wijziging, namelijk de manier waarop de bouwproducten mogen worden verkocht en verhandeld in de Europese Economische Ruimte (EER). Nu treedt de Europese Verordening bouwproducten (305/2011/EU), ook wel CPR/Construction Products Regulation genoemd, volledig in werking. Met deze verordening beoogt de Europese Unie het opheffen van handelsbelemmeringen en de in hun ogen oneerlijke concurrentie bij het verhandelen van bouwproducten binnen de EER.
De Europese Verordening bouwproducten heeft rechtstreekse werking op nationaal niveau, als nationale wetgeving. Door deze verordening is het voor fabrikanten verplicht om de prestaties van de essentiële kenmerken eenduidig aan te geven en te vermelden in een prestatieverklaring. Ook moet een bijbehorende CE-markering worden aangebracht op alle bouwproducten die vallen onder een geharmoniseerde Europese norm (hEN) of waarvoor de fabrikant een Europese technische beoordeling (ETA) heeft verkregen. Deze prestatieverklaring moet via de bouwtoelevering (distributie) worden geleverd aan eindgebruikers van het product. Dit heeft grote invloed op het in de handel brengen en leveren van bouwproducten.
Relatie Bouwbesluit
Als een bouwproduct een CE-markering en een prestatieverklaring heeft die aansluit op de nationale bouwregelgeving, dan dient door een vergunningverlener deze informatie geaccepteerd te worden als voldoende bewijs. Een vergunningverlener mag in dat geval geen andere bewijzen vragen. In Nederland worden veel bouwproducten geleverd met kwaliteitsverklaringen. Indien een fabrikant over zijn product aanvullende informatie wil verstrekken naast datgene dat hij reeds verklaard heeft in de prestatieverklaring, kan hij dat blijven doen via een kwaliteitsverklaring. Er moet worden voorkomen dat er conflicten ontstaan tussen de prestatieverklaring en de kwaliteitsverklaring. De fabrikanten zijn en blijven verantwoordelijk voor het opstellen van de juiste prestatieverklaring. Daarnaast zullen de bestaande kwaliteitsverklaringen gecontroleerd worden. Stichting Bouwkwaliteit en Stichting KOMO zijn samen met de certificerende instellingen alle beoordelingsrichtlijnen, waarop kwaliteitsverklaringen zijn afgegeven, aan het beoordelen op conflicten met de Verordening bouwproducten.
De eerste prioriteit ligt bij de aan het Bouwbesluit gelieerde beoordelingsrichtlijnen. Stichting Bouwkwaliteit zal vanaf nu aangeven op www.bouwkwaliteit.nl welke kwaliteitsverklaringen in het kader van de nationale regelgeving te gebruiken zijn en welke in het controletraject zitten. Stichting KOMO blijft op www.komo.nl alle kwaliteitsverklaringen publiceren.
Stichting Stabu zal alle door Stichting Bouwkwaliteit gecontroleerde en goedgekeurde beoordelingsrichtlijnen en kwaliteitsverklaringen opnieuw opnemen in haar systematiek. Er wordt naar gestreefd om bij de komende update van Stabu in september zoveel mogelijk beoordelingsrichtlijnen weer toegankelijk te maken.