Een aantal Nederlandse bosbeheerders heeft het vertrouwen opgezegd in het FSC-keurmerk voor duurzaam hout. Te veel administratieve rompslomp en onnodige controles zijn vooral middelgrote houtproducenten een doorn in het oog.
Dat schreef dagblad Trouw vorige week. Grote leveranciers als Nationaal Park de Hoge Veluwe en Landgoed Twickel zijn inmiddels met FSC gestopt. Deze bosbeheerders willen hun hout nu als duurzaam ‘streekhout’ op de markt brengen, voorzien van een eigen logo.
De Unie van Bosgroepen, waarbij de particuliere bosbeheerders zijn aangesloten, spreekt van een ‘leegloop’. In één jaar tijd heeft 30 procent van de leden FSC opgezegd. De oppervlakte van door particulieren beheerd FSC-bos is na jaren van groei voor het eerst afgenomen van 41.000 naar 33.000 hectare.
Lasten zonder lusten
De grootste klacht van houtproducenten is dat het keurmerk veel lasten met zich meebrengt, maar niets oplevert. De prijs van FSC-hout zou hoger liggen, maar daar is niets van terechtgekomen, zo schrijft Trouw. Wel worden de beheerders geconfronteerd met bureaucratie en onnodige controles van zaken die ook in de Nederlandse wet geregeld zijn.
FSC Nederland
FSC Nederland erkent dat er bij FSC-certificering en controles te veel nadruk is komen te liggen op de arbeidsomstandigheden die al bij wet geregeld zijn. Deze kritiek is al langere tijd bij FSC Nederland bekend en wordt in een aantal gevallen ook gedeeld.
Samen met belanghebbende partijen wordt aan een oplossing gewerkt, zo reageert FSC op het artikel. De standaard (die aan certificering ten grondslag ligt) wordt momenteel herzien en het terugdringen van administratieve lasten is daarbij een belangrijk aandachtspunt. Particuliere boseigenaren zijn bij dit proces betrokken via de Unie van Bosgroepen en de Federatie Particulier Grondbezit, naast Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten.