Amsterdam
16 aug. 2011
3 minuten
De financiële wereldwijde ontwikkelingen zijn voor de Nederlandse maakindustrie vooralsnog geen enkele reden voor enige vorm van onrust. Dit stellen Jurjen Witteveen (econoom) en Bert Woltheus (sectormanager Industrie) van ING.
‘We kunnen de huidige financiële problemen absoluut niet vergelijken met die van 2008. Toen stortte de gehele financiële sector in elkaar met als gevolg dat de orderportefeuilles bij de industriële ondernemingen heel snel opdroogden. Deze situatie zien wij nu niet’, aldus Woltheus.
Groei staat vast
‘Kijken we naar de financiële vooruitzichten, dan zal de productie in het tweede halfjaar van 2011 wel ietwat afkalven. De verwachting is dat dit een half tot 1 procent lager zal liggen dan in het eerste halfjaar van 2011. Bovendien is er dan nog wel steeds sprake van een stijging ten opzichte van dezelfde periode in 2010. Overigens komt dit nu niet ineens uit de lucht vallen. We hebben dit al in een eerder stadium gesignaleerd. We blijven ons dan ook vasthouden aan een groei van de industrie over 2011 met 3 procent’, stelt Witteveen.
Blijf alert
Het advies dat beide ‘financiële maakdeskundigen’ kunnen geven, is eensluidend: Blijf als ondernemer alert. Kijk goed als er een investering moet worden gedaan. Zijn er bijvoorbeeld voldoende mogelijkheden en klanten voor de nieuwe machine en kunnen hier reserveringen voor worden vrijgemaakt.
Geen signaal
Een ander aspect is dat de Nederlandse ondernemingen tijdens de crisis in 2008 en 2009 hun eigen onderneming al goed onder de loep hebben genomen. Woltheus: ‘Er is behoorlijk gesaneerd en er is goed naar de kosten gekeken. Daarnaast is de kern van het personeel ‘gewoon’ aangehouden.’ Ook ziet het er niet naar uit dat de orderportefeuilles snel zullen slinken. ‘Nee, we zien hiervan geen enkel signaal. Het is wel zo dat de bedrijven de termijn voor de orders korter zien worden, maar dit is geen verrassing en sluit aan bij ons advies om ook hier alert op te blijven.’
‘De financiële ontwikkelingen bevinden zich op dit moment nog in een onstabiele diffuse situatie. Het is dus ook nog te vroeg om onze cijfers in de financiële statistieken aan te passen. Vooralsnog zullen we dit ook niet doen.’
CBS
Afgelopen dinsdag maakte het Centraal Bureau voor de Statistiek de meest recente en voorlopige cijfers bekend. Ook zij zien dat de economische groei in het tweede kwartaal van 2011 sterk is afgezwakt. Ten opzichte van het tweede kwartaal in 2010 groeide de Nederlandse economie met 1,5 procent. In vergelijking met het eerste kwartaal groeide de economie met 0,1 procent. De investeringen zijn in het tweede kwartaal van 2011 met 4,2 procent gegroeid in vergelijking met 2010. Vooral in transportmiddelen en machines is meer geïnvesteerd. Ook de investeringen in woningen en bedrijfsgebouwen waren hoger, maar de groei was aanzienlijk minder dan in het eerste kwartaal. De terugval in groei van de export van Nederlands product (2,9 procent) resulteerde in een bescheiden groei van de industriële productie in het tweede kwartaal van 2011. Ook de bouwproductie groeide slechts licht. De groei van de zakelijke dienstverlening trok aan van een lichte krimp in het eerste kwartaal naar een groei van 1,4 procent in het tweede kwartaal van 2011.
Duitse economie
Ook de Duitse economie is in het tweede kwartaal 0,1 procent gegroeid ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Economen gingen uit van 0,5 procent. Ten opzichte van het tweede kwartaal van 2010 groeide de Duitse economie met 2,8 procent.
i www.ing.nl/zakelijk/mkb-en-ondernemers
De financieel deskundigen binnen ING Industrie houden vast aan een bescheiden groei van de productie in de industrie.