Het bedrijfsleven verwacht voor het tweede kwartaal een omzetstijging. Alleen in de bouw- en in de landbouwsector wordt een omzetdaling verwacht. Ook over de export zijn ondernemers optimistisch. De groei is echter niet genoeg om de economie uit het slop te trekken.
Dit blijkt uit de deze week verschenen Conjunctuurenquête Nederland (COEN), waarin VNO-NCW en MKB-Nederland participeren.
Over de werkgelegenheid zijn ondernemers somber. Ze verwachten een verdere daling, nadat de werkgelegenheid in het eerste kwartaal al sterker was gedaald dan verwacht. De grootste daling wordt voorzien in de bouwsector. Ook de winstgevendheid zal volgens het bedrijfsleven verder verslechteren. Oorzaken zijn vooral de achterblijvende vraag en stijgende kosten. De winstgevendheid loopt naar verwachting terug in alle sectoren en alle provincies.
Omzet
Voor het tweede kwartaal van dit jaar rekent per saldo 7 procent van de ondernemers op een omzetgroei. Een omzetstijging in het tweede kwartaal van een jaar is echter niet ongebruikelijk, maar de groep die op omzettoename rekent, blijft in het 2e kwartaal van 2012 duidelijk achter bij tweede kwartaalmetingen in voorgaande jaren. Ter vergelijking: de verwachting voor het tweede kwartaal van 2010 kwam destijds uit op een plus van 19 procent en vorig jaar hadden de bedrijven die per saldo een omzetgroei voorzagen de overhand met zelfs 22 procent.
Werkgelegenheid
Het bedrijfsleven verwacht voor het derde kwartaal op rij een afname van de werkgelegenheid. Per saldo verwacht 8 procent van de ondernemers in het tweede kwartaal van dit jaar minder personeel in dienst te hebben dan in het 1e kwartaal. Uit eerdere COEN-metingen is gebleken dat de verwachtingen die bedrijven uitspreken over de ontwikkeling van de werkgelegenheid nagenoeg altijd gevolgd worden door de voorziene ontwikkeling. Voor het eerste kwartaal werd bij een eerdere meting door per saldo 11 procent van de ondernemers een kleiner personeelsbestand verwacht. Bij de meting voor het 2e kwartaal meldde per saldo 12 procent dat men in het 1e kwartaal inderdaad minder personeel in de dienst had dan drie maanden eerder.
Belemmeringen
Bedrijven ondervinden in toenemende mate belemmeringen bij het uitoefenen van hun bedrijfsactiviteiten. Bij de COEN-meting aan het begin van het tweede kwartaal gaf ruim 60 procent van de ondernemers aan belemmeringen te ondervinden. Daarmee is deze groep in twee jaar niet zo groot geweest. Belangrijkste belemmering die daarbij wordt genoemd, is de afnemende vraag naar de producten/diensten (31 procent). Daarnaast worden financiële beperkingen door 13 procent van de bedrijven aangewezen als een belemmering. Deze laatste groep is sinds de start van COEN, in het vierde kwartaal van 2008, niet zo groot geweest.
Economisch klimaat
Volgens de ondernemers is het economische klimaat voor het vierde kwartaal op rij verslechterd. Op de vraag of het economische klimaat in de eerste drie maanden van 2012 is verbeterd, gelijk gebleven of verslechterd, antwoordde respectievelijk 5, 58 en 37 procent. Door per saldo 32 procent werd dus een verslechtering van het economische klimaat gemeld. Deze groep is in de afgelopen drie jaar niet zo groot geweest. Ook voor het 2e kwartaal is het beeld volgens de ondernemers niet rooskleurig. Bij 10 procent meent men dat het economische klimaat zal verbeteren ten opzichte van de eerste drie maanden van dit jaar. Door 65 procent wordt geen verandering verwacht en 24 procent rekent op een verdere verslechtering.
Winstgevendheid
De winstgevendheid van het Nederlandse bedrijfsleven is ook in het eerste kwartaal van dit jaar verslechterd, volgens de ondernemers. Evenals in de voorafgaande 4 kwartalen was er volgens de ondernemers sprake van een afkalvend rendement.
Door 11 procent van de bedrijven werd gemeld dat de winstgevendheid was verbeterd in het 1e kwartaal. Volgens 31 procent van de ondernemers was er daarentegen in het 1e kwartaal juist sprake van een verslechtering, zodat er per saldo (-20 procent) meer bedrijven geconfronteerd werden met een verslechtering van de winstgevendheid. Sinds het vierde kwartaal van 2009 is de saldogroep met een afnemende winstgevendheid niet zo groot geweest.