Het Centraal Bureau voor de Statistiek maakte deze week wederom bekend dat het conjunctuurbeeld in april nagenoeg even slecht was als in maart 2013. Met evenveel verslechteringen als verbeteringen lijkt het zeer moeizaam te gaan met de Nederlandse economie, waarvan uiteraard de maakindustrie ook onderdeel is.
We zitten inmiddels al weer diep in de maand mei, en er lijkt vooralsnog weinig te veranderen aan deze situatie. Er zijn bedrijven die zich nu al focussen op 2014, waarin het economisch herstel toch echt moet gaan beginnen. Tja, dan is het een kwestie om dit jaar te overleven en de pijlen op volgend jaar te richten.
Maar gelukkig zijn er voldoende maakbedrijven waarmee het ‘gewoon’ goed gaat. Waar wil je dan als bedrijf staan. In het linker rijtje om even een voetbalterm te gebruiken. En gelukkig is er een groot aantal Nederlandse maakbedrijven dat in dit linker rijtje staat. Hoe doen ze dit nu. Ik heb daar diverse ideeën over die uiteraard zijn gestoeld op berichten uit de praktijk.
Wat we veel tegenkomen is dat een groot aantal bedrijven de bakens heeft verzet. Ze zijn breder gaan denken, zijn nieuwe markten aan het bedienen. In het begin gaat dit schoorvoetend, maar je ziet veel dat het doorzettingsvermogen op een gegeven moment zijn vruchten af gaat werpen.
Ondernemers zijn hier al geruime tijd mee bezig, soms zijn ze hiermee jaren geleden gestart. Zo zien we bijvoorbeeld bedrijven die zich eerst als jobber profileerden, zich nu veel meer aanbieden als system supplier. Het totale project wordt hierbij, zeg maar, overgenomen waardoor de klant, de oem’er, alle ‘zorgen’ uit handen wordt genomen. En klanten vinden dat doorgaans prettig. Vooral de constructieve werkwijze die wordt aangeboden, spreekt de klanten aan.
Het hebben van één aanspreekpunt is slechts een klein simpel voorbeeld. Een dergelijke insteek heeft vaak ook als voordeel dat de kostprijs wat lager uitvalt. En dat is voor beide partijen natuurlijk interessant.
Het geven en bieden van dit pakket aan toegevoegde waarde is niet een ontwikkeling die je niet zo maar even toepast in je onderneming. Het gaat er vooral ook om dat de medewerkers ervan overtuigd raken dat een dergelijke werkwijze tot een beter en positiever resultaat leiden. Het is dus eerst zaak om de medewerkers dit anders denken over te brengen. En, als vanzelfsprekend, moet u als directeur-eigenaar een lichtend voorbeeld zijn.
Rolf Elling, hoofdredacteur
Reageren?
E-mail: rolfelling@vraagenaanbod.nl
Twitter: @VenA_Rolf
Facebook: www.facebook.com/vraagenaanbod