De aandacht voor de industrie en het belang van deze sector is de laatste jaren gegroeid. De industrie is met 62 procent van het totaal van alle sectoren de grootste exporteur en grootste inkoper met jaarlijks ruim 60 miljard euro binnen Nederland, waar andere sectoren afhankelijk van zijn.
Met een verwachte groei van 2 procent in 2014 groeit de sector in vier van de laatste vijf jaar harder dan de economie als geheel. Voor de komende jaren is verdere versterking van de Nederlandse industrie essentieel om een hoger groeipad te kunnen realiseren. Dit staat in het rapport My Industrie 2014-2018 – Groeiambities van de Nederlandse maakindustrie dat ING tijdens de eerste beursdag Techni-Show en ESEF heeft gepresenteerd.
De toegevoegde waarde die de maakindustrie realiseert, neemt de laatste tien jaar sneller toe dan die van de industrie als geheel. De hogere R&D-intensiteit, zeker in de machinebouw en elektrotechnische industrie, speelt hierin een rol. De prestatie binnen Europa is goed: in vergelijking met acht andere eurolanden en het Verenigd Koninkrijk staat Nederland op plek drie als het gaat om productiegroei in de laatste tien jaar.
Voor het rapport zijn 311 bedrijven gevraagd naar de groeiambities en investeringsplannen voor de komende jaren te kijken. De resultaten vormen de kern van dit rapport.
De Nederlandse maakindustrie ontwikkelt en produceert goederen die de hele wereld over gaan. Het gaat om hoogwaardige, vaak complexe producten. Deze aansluiting op de wereldmarkt in combinatie met de groeiende wereldvraag, bieden aantrekkelijke vooruitzichten. Het benutten van deze kansen is afhankelijk van de ambitie en strategie van ondernemers. 84 procent van de bedrijven die een strategisch plan hebben vastgesteld, heeft daarin een groeidoelstelling opgenomen.20 procent wil verdere groei alleen in het buitenland realiseren, 25 procent alleen in Nederland, 55 procent in beide gebieden. Bedrijven die al in het buitenland actief zijn, richten hun groeipijlen ook nadrukkelijker op het buitenland.
Europa belangrijk
Europa blijft de belangrijkste regio voor de Nederlandse maakindustrie. Van de toeleveranciers wil 97 procent hier groeien. OEM-ers (eindfabrikanten) zien breder kansen. De VS & Canada en Latijns-Amerika, China en overige Aziatische landen zijn voor één op de drie OEM-ers regio’s waar groei gezocht wordt. Daarnaast wil 22 procent meer in Afrika verkopen. Een kwart van de bedrijven die buiten Nederland wil groeien, wil eigen productie in het buitenland starten of uitbreiden. Wanneer in het buitenland eigen productie wordt opgestart of uitgebreid, gaat dit per saldo ten koste van productie in Nederland.
Maar liefst 44 procent van de bedrijven in de maakindustrie heeft geen strategisch plan vastgesteld. Dit hoge percentage baart zorgen, omdat het handelen vanuit een beschreven plan stabiliteit en rust geeft.
Bovendien is adequate sturing en het afleggen van verantwoording bijna onmogelijk zonder strategisch plan als basis. Desalniettemin zijn er succesvolle bedrijven zonder zo’n plan. Vaak heeft een DGA de touwtjes strak in handen en is sprake van een duidelijke focus, ook uitgesproken naar het personeel. Snel reageren op marktontwikkelingen is bij deze bedrijven een onderscheidende factor.
Investeringsprioriteiten
Groei is onmogelijk zonder investeringen. De maakindustrie heeft duidelijke prioriteiten voor de komende jaren: het opschroeven van R&D- en verkoopinspanningen. Ook het investeren in nieuwe machines en training en werving van personeel staat hoog op de agenda. Bij de grotere toeleveranciers wil 30 procent de investeringen in robots opschroeven. Om de groeiambities te kunnen realiseren, zijn dit de juiste investeringsdoelen en daarmee hoopgevende signalen. Slechts 7 procent geeft aan onvoldoende ruimte te hebben om extra te investeren.
Uitdagingen in de keten
In het rapport My Industry 2030 uit 2011 werd gesteld dat het verdubbelen van de toegevoegde waarde in 20 jaar haalbaar is. Vier uitdagingen moesten worden aangepakt: beschikbaarheid van personeel, kwaliteit van het R&D-programma, flexibilisering van de bedrijfsvoering en de toegang tot grondstoffen. De afgelopen drie jaar zijn stappen gezet op alle fronten. Er is een toename van technisch gediplomeerden, hoewel de zorgen over met name lbo/mbo-niveau nog breed aanwezig zijn. Op het gebied van R&D is sprake van groeiende uitgaven. Voor de komende jaren wil bijna 60 procent van de OEM-ers de R&D-investeringen verhogen. Een uitdaging ligt bij het toeleverende mkb om aan de steeds hogere eisen (mede op het gebied van productontwikkeling) van de OEM-er te voldoen.
Verdere versterking nodig
Het verdubbelen van de toegevoegde waarde in twintig jaar is geen eenvoudige klus. Het vraagt om een jaarlijkse (nominale) groei van 3,5 procent. Na twee magere jaren (2012-2013) is tot 2018 4,7 procent groei nodig per jaar om weer op koers te komen. Toch is dit niet onmogelijk nu de wereldeconomie aantrekt en in 2014 en 2015 een volumegroei van 3 procent voor de maakindustrie wordt voorzien. Los van de precieze cijfers, gaat het erom de maakindustrie de komende jaren te versterken. Los van de precieze groeicijfers, zal de maakindustrie in deze jaren verder versterkt moeten worden. Verdere industriële groei kan alleen gebaseerd zijn op hoogwaardige (product- en markt)kennis, hoogwaardige productie, automatisering, flexibiliteit en energie- en materiaalefficiency. Beschikbaarheid van de juiste mensen moet een kernpunt blijven voor bedrijven, scholen en overheid. Op R&D-vlak doet de Nederlandse maakindustrie niet per se onder voor andere landen. Ook aan de groeiambities van de maakindustrie hoeft het niet te liggen. Veel bedrijven willen groeien buiten Nederland, ook de van oudsher binnenlands gerichte metaalsector. Belangrijk is nu de uitvoering, waarbij intensievere samenwerking tussen betrokken partijen een vereiste is.
De verder geplande investeringen door met name OEM-ers bieden perspectief. Ook aan de groeiambities van de maakindustrie hoeft het niet te liggen. Veel bedrijven willen groeien buiten Nederland, ook de van oudsher binnenlands gerichte metaalsector. Belangrijk is nu de uitvoering, waarbij intensievere samenwerking tussen betrokken partijen een vereiste is.