Lasbedrijven nauwelijks voorbereid op nieuwe regelgeving EN-1090

Foto van: De redactie
Geplaatst door De redactie

Veel bedrijven uit de lasindustrie zijn niet op de hoogte van de nieuwe, verplichte normering die de EN-1090 norm oplegt ten aanzien van stalen- en aluminium constructiedelen voor de bouw.

Dit blijkt uit een onderzoek dat Air Products tijdens de Techni-Show uitvoerde naar de kennis over de nieuwe EN-1090 norm. Uit dat onderzoek blijkt dat dat 55 procent van de ondervraagden niet bekend is met deze nieuwe, verplichte normering. Vanaf 1 juli 2014 vallen alle constructieonderdelen met lastdragende eigenschappen onder deze norm. De nieuwe regelgeving heeft consequenties voor Europese fabrikanten van stalen- en aluminium constructiedelen voor de bouw.

EN-1090

De EN-1090 norm schrijft voor dat lastdragende constructiedelen voortaan voorzien moeten zijn van een CE-keurmerk. Bedrijven die dergelijke producten maken, dienen gecertificeerd te zijn en moeten beschikken over een lascoördinator en een fabricagehandboek. De normering maakt een einde aan de aparte regels per land voor het vervaardigen en verhandelen van stalen en aluminium constructies.
De tijd dringt voor alle bedrijven die staalconstructies maken. Zij moeten vanaf 1 juli 2014 een CE-verklaring hebben en voldoen aan de Europese norm EN 1090-1. Wanneer bedrijven niet gecertificeerd zijn en toch dergelijke producten vervaardigen, plegen zij een economisch delict. Bovendien is het bedrijf in geval van schade aansprakelijk.
Air Products wilde in kaart brengen of bedrijven al dan niet voorbereid zijn op de nieuwe regelgeving. Om die reden werd een onderzoek uitgevoerd onder bezoekers van de Techni-Show die werkzaam zijn in een bedrijf waar laswerkzaamheden worden verricht.

Lasbedrijven

Uit het onderzoek van Air Products bleek dat ruim de helft van de ondervraagden niet op de hoogte is van de nieuwe regelgeving. Hierbij was er trouwens geen significant verschil tussen grote en kleine bedrijven. Van de ondervraagden die wel bekend zijn met de EN-1090 norm weet 26 procent niet wanneer deze in werking treedt. Ruim 42 procent heeft van de norm gehoord, maar kan niet aangeven wat deze inhoudt en aan welke eisen het bedrijf moet voldoen. Zowel bij lassers (55% van de respondenten) als managers (33%) van bedrijven waar laswerkzaamheden worden uitgevoerd is er onduidelijkheid over de nieuwe regelgeving.

Hoewel de meerderheid van de ondervraagden aangaf niet bekend te zijn met de nieuwe normering, gaf 73 procent aan dat het bedrijf zich wel actief bezighoudt met kwaliteitsbeheer als het gaat om laswerkzaamheden. De meest genoemde voorbeelden van maatregelen op dit gebied zijn training, certificering en kwaliteitscontrole van de las door middel van visuele inspectie of röntgenfoto’s. Een van de aspecten van de normering is dat bedrijven vanaf juli verplicht zijn een lascoördinator (IWC) of verantwoordelijk lascoördinator (RWC) aan te stellen. Ook dienen bedrijven specificaties op te stellen voor lasprocedures. Op dit moment is dit bij respectievelijk 52 procent en 58 procent van de ondervraagden het geval dankzij eerder ingevoerde normeringen. Op de vraag welke aspecten het belangrijkst zijn om de laskwaliteit te waarborgen werden opleiding en training (87%), gekwalificeerde en ervaren lassers (75%) en moderne apparatuur (42%) het vaakst genoemd.

Rol adviesbureau

Van de bedrijven die zich wel actief bezighouden met de implementatie van de nieuwe normering, wordt 33 procent ondersteund door een externe partij, zoals een adviesbureau. Ruim 47 procent geeft aan het belangrijk te vinden dat het bedrijf ondersteuning krijgt. Ongeveer 46 procent geeft aan niet te weten of het bedrijf de implementatie voor juli 2014 af zal kunnen ronden. Ruim 25 procent verwacht dat dit niet het geval zal zijn. De ruime meerderheid van de ondervraagden liet weten het niet eens te zijn met de nieuwe normering. Die zal volgens velen slechts leiden tot meer kosten en bureaucratie.

Het onderzoek van Air Products werd uitgevoerd tijdens de Techni-Show die van 11 tot en met 14 maart plaatsvond in de Jaarbeurs in Utrecht. De Techni-Show trok dit jaar 40.412 bezoekers .

Air Products

Air Products (NYSE: APD) levert atmosferische gassen, proces- en speciale gassen, performance materialen, equipment en technologie. Al meer dan 70 jaar ondersteunt het bedrijf zijn klanten bij de verbetering van de productiviteit, de energie-efficiency en duurzaamheid. De meer dan 20.000 medewerkers in 50 landen ontwikkelen en leveren innovatieve oplossingen voor de energiesector, het milieu en voor nieuwe markten. Daartoe behoren semiconductor materialen, waterstof voor raffinaderijen, technologie voor de vergassing van steenkool en het vloeibaar maken van LNG en geavanceerde coatings en lijmstoffen. De omzet in boekjaar 2013 bedroeg 10,2 miljard dollar. Voor meer informatie: www.airproducts.com.


In Nederland heeft Air Products vestigingen in Amsterdam, Utrecht, Nijmegen en het Rotterdamse havengebied.