De groei van de Nederlandse industrie vlakt iets af en daalt van 55.2 naar 53.7

Foto van: De redactie
Geplaatst door De redactie

De NEVI PMI daalde van 55.2 in februari naar 53.7 in maart, het laagste cijfer in zeven maanden.

De groei van de productie was de kleinste in vijf maanden, maar nog steeds behoorlijk. De nieuwe orders lieten eenzelfde beeld zien, want dit was de kleinste stijging in acht maanden. Ook de groei van de export orders was kleiner dan in februari.

Beperkt

De hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk daalde voor de derde maand op rij en het sterkst sinds juli vorig jaar. De werkgelegenheid daalde voor de tweede keer in drie maanden, zij het beperkt.

De hoeveelheid ingekochte grondstoffen en halffabricaten steeg, maar wel in de kleinste mate in acht maanden. De voorraad gereed product veranderde nauwelijks. De gemiddelde levertijden waren opnieuw behoorlijk langer, maar namen minder toe dan in februari. De inkoopprijzen daalden licht en voor het eerst in zes maanden.

Lagere toename

De verkoopprijzen namen voor het eerst in drie maanden toe, maar deze stijging bleef beperkt. Er was in maart opnieuw sprake van een groter aantal ontvangen nieuwe orders, maar deze toename was wederom lager dan het topniveau van december en de kleinste in acht maanden.
De producenten van kapitaalgoederen zagen de grootste stijging van het aantal nieuwe orders, gevolgd door respectievelijk de producenten van consumptiegoederen en die van halffabricaten.

Personeel

De personeelsbestanden bij de Nederlandse productiebedrijven daalden in maart voor de tweede keer in drie maanden. Dit werd zichtbaar in de seizoensmatig aangepaste Werkgelegenheid index die onder de geen-veranderingsgrens van 50.0 uitkwam. Het banenverlies bleef echter beperkt. Een aantal panelleden gaf aan dat de kleinere personeelsbestanden het gevolg waren van maatregelen ter verbetering van de efficiëntie.

Verkoopprijzen index

De verkoopprijzen in de Nederlandse productiesector stegen in maart voor de eerste keer in drie maanden. Deze stijging was echter gering, zoals bleek uit de seizoensmatig aangepaste Verkoopprijs index die slechts licht boven de geen-veranderingsgrens van 50.0 uitkwam. Het overgrote deel van het panel (ruwweg 87 procent) gaf aan dat de verkoopprijzen gelijk waren gebleven.