‘Het gaat prima met de Nederlandse industrie!’ Deze conclusie trekt prof dr Arjan van Weele, NEVI hoogleraar Inkoopmanagement aan de TU Eindhoven op grond van de NEVI Purchasing Managers’ Index (PMI) over de maand september. Deze kwam uit op een waarde van 52,2, iets hoger dan augustus toen de index uitkwam op 51,7 (een waarde > 50 wijst op groei van de bedrijfsactiviteiten).
‘Met deze score kent de industrie nu 16 maanden onafgebroken groei. En daar lijkt de komende maanden geen einde aan te komen. In september werden wederom hogere exportorders geboekt (55,8) en ook de orders uit het binnenland kenden een stevige groei (53,0). Exportorders waren vooral afkomstig uit Duitsland en de Verenigde Staten, maar moeten stevig worden bevochten, getuige de lagere verkoopprijzen die men kon berekenen.’
Productie-omvang
De productieomvang steeg flink, al was deze stijging de kleinste sinds juli 2013 . De productie werd opgestuwd door de nieuwe orders, waarbij de toeneming van de nieuwe exportorders de grootste was in zeven maanden. Desondanks werden de productie-achterstanden opnieuw kleiner. De werkgelegenheid groeide voor de zesde maand op rij, zij het minimaal.
De voorraad gereed product daalde, na een toename vorige maand. De inkoopactiviteiten namen voor de veertiende maand op rij toe. Dit kon niet voorkomen dat de voorraad ingekochte materialen wederom daalde. De levertijden waren in september opnieuw langer.
Inkoopprijzen dalen
Betekenen deze lagere verkoopprijzen ook lagere marges? Van Weele vindt van niet, want men kreeg te maken met veel lagere prijzen van grondstoffen (met name kunststoffen en voedingsmiddelen). De inkoopprijzen daalden in september voor de eerste keer in vier maanden. Deze daling was fors en de grootste sinds april van dit jaar. De verkoopprijzen daalden eveneens en wel in de grootste mate sinds juli 2013, maar toch bleef deze daling over het algemeen beperkt.
Van Weele concludeert dat de Nederlandse industrie nog steeds scherp aan de wind vaart. Dat blijkt volgens hem ook uit de strakke voorraadbeheersing van gereed product, onderhanden werk en ingekocht materiaal.
Meer werk
Volgens de hoogleraar leidt dit alles ook tot meer werk, zij het in bescheiden mate. ‘De Werkgelegenheid stijgt niet zo sterk (score in september 50,2) als men zou mogen verwachten op grond van de omzetontwikkeling. De reden is gelegen in de inflexibiliteit van vaste arbeidskrachten. De meeste bedrijven vangen hun groei op de mail van inzet van flexibele arbeid. Al met al was september een goede maand. Ik verwacht dat de positieve trend nog enkele maanden zal aanhouden. Wel zullen de groeicijfers gaan afvlakken. Om deze reden handhaaf ik mijn rapportcijfer op 7,5.’