Minister Kamp van Economische Zaken heeft dinsdag de Actieagenda Smart Industry in ontvangst genomen. In deze agenda staat wat er volgens de industrie moet gebeuren om de kansen te verzilveren die de vervlechting van productie met ict ons land biedt.
Ineke Dezentjé Hamming, voorzitter van het Team Smart Industry, liet er tijdens de presentatie van de actieagenda bij tech incubator YES! Delft geen twijfel over bestaan: ‘Onze ambitie is een nog sterkere Nederlandse industrie die groeit en voor banen zorgt. Niet meedoen is geen optie. Zonder Smart Industry geen extra groei en geen extra banen.’
De wereldmarkt wordt steeds groter en actiever, technologische ontwikkelingen volgen elkaar in hoog tempo op. De razendsnelle ontwikkeling van robotica, sensortechnologie en 3D-printen maakt duidelijk dat de vierde industriële revolutie een feit is. Die revolutie, Smart Industry, biedt het Nederlandse bedrijfsleven de kans concurrerend te blijven in de wereldmarkt, zo ziet Team Smart Industry.
Industriële basis
Bij Smart Industry draait het om het optimaliseren van productie met inzet van ict. Slimmere machines en robots communiceren onderling, sporen zelf fouten op en herstellen die fouten. Met Smart Industry wordt ook de interactie tussen mens en machine een stuk beter. Dezentjé: ‘Nederland heeft alles in huis om van Smart Industry een succes te maken. We hebben een krachtige industriële basis van grote én mkb-ondernemingen en we hebben een uitstekende ict-infrastructuur. Samenwerken zit in ons dna. Kortom, we hebben alle mogelijkheden om de Nederlandse economie op voorsprong te brengen en tot de kopgroep van de wereld te laten behoren op het gebied van slimme productie. De actieagenda zet hier op in.’
Fieldlabs
In de nu aangeboden actieagenda staat beschreven wat er volgens het team moet gebeuren om deze ambitie te verwezenlijken: ‘Om te beginnen moet iedereen zich gaan realiseren hoe groot het economische én maatschappelijke belang van investeren in Smart Industry is (groei en banen). En in zogeheten Fieldlabs gaan bedrijven en kennisinstellingen doelgericht Smart Industry-oplossingen uitontwikkelen, testen en implementeren.’ In de actieagenda die afgelopen week werd gepresenteerd, worden tien voorbeelden van Fieldlabs gepresenteerd. Fieldlabs bieden ook de mogelijkheid laagdrempelig (lage kosten, weinig eigen risico) te onderzoeken wat Smart Industry-innovaties voor een bedrijf kunnen betekenen. Zo kan een bedrijf nieuwe technologieën testen zonder zelf dure machines te hoeven aanschaffen. Verder wordt vanuit de Fieldlabs een structurele samenwerking gezocht met kennisinstellingen, vakgroepen aan universiteiten en onderwijsinstellingen.
Fieldlabs moeten een doorbraak realiseren op vraagstukken die voor de Nederlandse industrie urgent zijn. Een voorbeeld is het verhogen van de duurzaamheid van de melkveehouderij door het real-time monitoren van melkkoeien en het delen van data in de keten. De ontwikkelingen rond Smart Industry gaan ook de manier van werken veranderen. Dezentjé: ‘Veel beroepen zullen veranderen door Smart Industry. Dat betekent dat werknemers, op alle niveaus, blijvend moeten investeren in kennis en vaardigheden. Dat noemen we ‘leren zonder onderbreking’. Die mogelijkheid moet hen worden geboden en werknemers moeten de mogelijkheden zelf ook grijpen. Het vraagt om aangepaste opleidingen, om een goede afstemming tussen school en bedrijf, om aandacht voor sociale innovatie. Ook daar hebben we in de actieagenda aandacht aan besteed.’