Het seminar van FDP, Aluminium Centrum en de Kamer van Koophandel over 3D-metaalprinten heeft weer eens aangetoond hoezeer dit onderwerp leeft. Zo’n 45 deelnemers vroegen bij het NLR in Marknesse de inleiders naar het naadje van de kous. De belangrijkste conclusies: 3D-metaalprinten heeft grote potenties, maar als je je product nu op een goede manier met een bestaande technologie kunt maken, houd het dan daarbij.
Plaatbewerkers en ook -verwerkers van aluminium zijn zeer geïnteresseerd in het thema 3D-printen, zo bleek bij het NLR. De vraag naar een inhoudelijk seminar kwam al langere tijd richting de twee brancheorganisaties. Vandaar dat ze de handen ineen hebben geslagen, maar wel gekozen hebben voor het thema metaalprinten. Die activiteit staat in Nederland op het punt om komend jaar sterk te gaan groeien, denkt Henk Anema, oprichter en CEO van Mundo 3D, een 3D-printservicebedrijf dat gespecialiseerd is in metaalprinten. ‘Ik verwacht dat er volgend jaar vijftig metaalprinters in Nederland zullen staan. Begin dit jaar waren dat er slechts tien, nu staan er al 20′, aldus Anema, één van de inleiders. Dat zijn er absoluut gezien niet veel. ‘Maar het gaat om de exponentiële groei. Het betekent dat de markt snel tot ontwikkeling komt.’
Complementaire techniek
De hamvraag is echter: wat kun je 3D-printen in metaal? Voor de FDP en Aluminium Centrum de reden voor dit seminar. De media doen geloven dat alles kan, maar is dat zo? Voor Anema is het duidelijk: 3D-metaalprinten is complementair aan de bestaande technieken. ‘Je moet een goede reden hebben om te printen.’ En dat is een conclusie die ook doorklonk bij de andere sprekers. Henk Buining (TNO) schetste in zijn inleiding een overzicht van de verschillende printtechnieken en toepassingen. ‘Veel mensen vergeten dat je iets moet ontwerpen voor additive manufacturing. Dat geldt voor elke techniek, toch ben ik telkens verbaasd dat mensen er bij 3D-printen niet aan denken.’ Natuurlijk heeft 3D-printen voordelen, zoals het feit dat je complexe vormen kunt maken in near netshape vorm. De kwaliteit is bij 3D-metaalprinten van een vergelijkbaar niveau als gieten. Maar voor nauwkeurige pasvlakken moet je altijd nabewerken. ‘Als iets niet per se gedaan hoeft te worden met additive manufacturing, doe het dan niet’, luidt het advies van Buining. Redenen om het wel te doen kunnen zijn: lichter construeren, complexe structuren, ondersnijdingen in een product of functie-integratie.
Net zo duur als gieten?
Of het toepassen van meerdere materialen in één 3D-printdeel, voegde Marc de Smit, R&D-engineer bij het NLR, er nog aan toe. Het luchtvaartlaboratorium beschikt over een eigen 3D-metaalprinter van SLM Solutions en doet daarmee onder andere experimenten met het combineren van meerdere materialen in één werkstuk. Zo is er al een complexe warmtewisselaar geprint, waarvan een deel uit RVS bestaat en een ander deel uit Inconel. Het gaat hierbij om een demonstrator. ‘Om te laten zien wat mogelijk is’, adus De Smit. Ook heeft het NLR bij een complex product de kosten van 3D-printen vergeleken met het gieten ervan.
‘Qua kosten komen de technieken aardig in de buurt van elkaar. Over vijf jaar zal 3D-printen, verwacht ik, aardig wat goedkoper zijn dan gieten.’ De Smit denkt dat de kwaliteit van 3D-metaalprinten omhoog gaat en de kosten omlaag, doordat de buildrate (opbouwsnelheid, red.) omhoog gaat.