Exposanten ESEF: veel werk, kleine marges

Foto van: De redactie
Geplaatst door De redactie

De Nederlandse maakbedrijven hebben het druk. Afhankelijk van de sector waarin ze actief zijn, profiteren ze in meer of mindere mate van het economisch herstel. De marges zijn echter nog altijd niet hersteld van klappen tijdens de crisis. En de machinebezetting is nog nét niet hoog genoeg om uitbreidingsinvesteringen op gang te brengen, blijkt aan de vooravond van de ESEF 2016, die van 15-18 maart in de Jaarbeurs in Utrecht wordt gehouden.

‘Het herstel zet door. 2014 was een goed jaar, 2015 is beter geworden. Extra positief voor onze sector is dat de bouw door de crisis heen is’, zegt Erik de Ruijter, directeur van de NRK (Nederlandse Rubber- en Kunststofindustrie).

Daarnaast zijn er in deze sector tekenen van reshoring: grote OEM’ers halen werk terug naar Nederland omdat wereldwijd inkopen en produceren stilaan als een risico wordt gezien. Bovendien ziet men in dat het beheersen van een mondiaal sourcing systeem kostbaar is. ‘Als locatie productiebedrijvenconsortia vormen, zoals in de wegenbouw, wordt dit interessant omdat we daarmee risico’s voor OEM’ers kunnen wegnemen’, aldus Erik de Ruijter.

‘De trend is omhoog’, valt Richard Schuitema van Koninklijke Metaalunie hem bij. ‘De omzetten in de industrie als geheel nemen toe, maar prijzen blijven kwakkelen. En niet alle deelsectoren doen het goed.’ Een soortgelijk beeld als de metaalindustrie schetst Egbert Stremmelaar van vereniging ION. ‘Bedrijven gerelateerd aan de OEM machinebouw doen het goed; wie veel voor de bouw werkt, begint nu pas uit het slop te raken.’

Het probleem dat door de lage resultaten dreigt, is dat er onvoldoende middelen zijn om te investeren in broodnodige technologische innovatie. Egbert Stremmelaar: ‘Innoveren moet. Het industriële speelveld wijzigt in hoog tempo. Het internet maakt de globale markt transparanter.’

Richard Schuitema, manager toeleveren en uitbesteden bij de Metaalunie stelt: ‘Samenwerken wordt steeds belangrijker.’ En dan bedoelt hij ook samenwerken om investeringen op elkaar af te stemmen, zodat de overcapaciteit die in 2008 in de markt ontstond, vermeden wordt en bedrijven toch mee kunnen gaan in de technologische innovatie. ‘Specialiseren in markten, producten en processen, dan pas kun je uitblinken.’

Met samenwerken in de keten is de rubber- en kunststofindustrie ver. Volgens Erik de Ruijter wordt er in deze sector 10 tot 20% méér samengewerkt dan gemiddeld in de maakindustrie. ‘Qua samenwerking en kennisuitwisseling steken wij er met kop en schouder bovenuit.’ Bij veel innovatieprojecten zit de hele waardecirkel aan tafel, waardoor time to market korter wordt en voorkomen wordt dat de oplossing van de één het probleem van de ander wordt. ‘We boeken hierdoor sneller betere resultaten’, aldus Martin van Dord van de NRK.

Bij de NRK ziet men samenwerking als een van de drie pijlers onder smart industry. ‘Technologie, organisatie en individueel commitment, daar gaat het om. ICT technologie is belangrijk, maar smart industry is niet alleen technologie’, aldus De Ruijter. Ook bij de Metaalunie ziet men smart industry als onderdeel van de oplossing om de positie van de Nederlandse industrie te versterken. Communiceren, stappen zetten in het voor- en natraject van een bewerking. ‘Er valt veel winst te halen in de communicatie tussen partijen in de keten. Dat maakt de hele keten goedkoper.’ En internationaal dus concurrerender.

Metaalbewerking en materialen, rubber- en kunststofverwerking, hightech systems suppliers, engineering en design en oppervlaktebehandeling zijn de vier pijlers onder de ESEF 2016, de grootste beurs voor de toeleveringsindustrie in de Benelux. ESEF 2016 vindt van 15 tot 18 maart plaats in de Jaarbeurs Utrecht.

Meer informatie: www.esef.nl