De coronacrisis gaat niet voorbij aan installatiebedrijven en technisch dienstverleners. De technieksector gaat uit van een volumedaling van vijf procent in 2021. Naar verwachting zal het herstel niet lang op zich laten wachten.
Toch zal het tot 2023 duren voordat het installatievolume weer terug is op het niveau van vorig jaar. De verwachtingen voor de technieksector zijn samengevat in het onderzoeksrapport ‘Economische vooruitzichten 2021 en verder’ dat Techniek Nederland publiceerde.
De hardste klappen krijgt de technieksector volgend jaar in de utiliteit. De productie zal daar volgend jaar naar verwachting met zeven procent krimpen. In de woningbouw zal de schade minder groot zijn, maar ook daar houdt Techniek Nederland rekening met een volumedaling van twee procent. De krimp lijkt in de woningbouw van korte duur. Al in 2022 zien we een fors herstel. De oorzaak daarvan is de vraag naar koop- en huurwoningen, die ook de komende jaren groot blijft. Voor de utiliteitsbouw verwacht Techniek Nederland pas in 2023 een licht marktherstel. Daarbij is het de vraag wat op de lange termijn de gevolgen zullen zijn van het thuiswerken voor de kantorenmarkt. De deelsector infra lijkt relatief goed door de crisis te komen. De overheid heeft grote infrastructurele projecten en onderhoud naar voren gehaald. Installatiebedrijven die actief zijn in de infrastructuur profiteren daarvan.
Veel onzekerheden
Ook het consumentenvertrouwen is voor de technieksector van belang. Veel particulieren zijn tijdelijk terughoudend met kostbare verbouwingen in en om het huis. Het consumentenvertrouwen lijkt zich pas na volgend jaar te herstellen. Ondertussen stijgen zowel de materiaalprijzen als de cao-lonen. Daardoor staan de marges van installateurs en technisch dienstverleners steeds meer onder druk. Vooral middelgrote en kleine bedrijven hebben minder ruimte voor investeringen in innovatie. Ook de stikstof- en PFAS-problematiek belemmert de groei. Volgens Techniek Nederland is een snelle en structurele oplossing nodig om de achterstand in de woningbouw te kunnen inlopen.
Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland ziet naast de sombere voorspellingen ook goed nieuws. ‘Het aandeel installatietechniek in gebouwen blijft toenemen. Op de lange termijn biedt geen branche zoveel perspectief als de technieksector.’ Terpstra benadrukt daarom de noodzaak van een volwaardige NOW-regeling in 2021. ‘Wij hebben een regeling nodig die bedrijven door de storm heen helpt én ervoor zorgt dat wij onze technische vakmensen kunnen behouden.’
Terpstra vindt dat overheidsinvesteringen juist nu van levensbelang zijn. ‘Het Groeifonds van het kabinet is cruciaal voor een snel herstel.’ Terpstra ziet de energietransitie als een kans om ons land uit de crisis te investeren. ‘De coronacrisis is acuut en voor iedereen voelbaar. De klimaatverandering is een sluipende crisis, maar die is minstens zo urgent.’