Tegen de verwachting van vele staalverwerkers in zette de verhoging van de staalprijzen begin oktober nog niet echt door. Weliswaar liepen de prijzen sinds de zomer fors op en bereikte coilmateriaal een basisprijs van circa 490 euro per ton, maar het beoogde marktniveau van minimaal 500 euro is nog niet echt goed in de markt doorgezet. Dat staat in Het Staaljournaal van Noviostaal van 13 oktober 2020.
Vanwaar die hapering? Voor een deel is dat te verklaren doordat prijzen in Azië stabiliseerden als gevolg van de nationale vakantieweek in China (1 t/m 8 oktober), waardoor marktactiviteiten afnamen. Voor een deel is het ook uit te leggen doordat inkopers een wat afwachtende houding aannamen nadat zij hun materiaalbehoeftes voor het vierde kwartaal ingedekt hadden en verdere ontwikkelingen willen afwachten, mogelijk ook vanwege een wellicht tweede of derde corona-golf met alle gevolgen van dien. De staalfabrieken toonden echter weinig honger naar nieuwe orders, want ze beweren mooie orderportefeuilles te hebben.
Inderdaad is het met name de automobielindustrie die goed opgeleefd is en verrassend meer materiaal nodig heeft dan eerder verwacht werd. Dat is ook merkbaar bij de toeleverende bedrijven als staalservicecenters, die ineens met langere levertijden moesten gaan werken. Tegelijkertijd zagen zij ook bestaande voorraden snel afnemen, zo werd bijvoorbeeld Sendzimir verzinkt materiaal daardoor ineens wat schaarser. Die positieve ontwikkeling heeft ook effect op de houding van de fabrieken bij de komende onderhandelingen met de autosector over de prijzen voor 2021.
Wie wint?
Kortom, het is een pokerspel en niemand weet nog wie de beste kaarten heeft. Vooralsnog lijken dat de producenten te zijn want terwijl zij bij offertes langere levertijden afgeven hebben zij, behoudens enkele opvallende aanbiedingen, in principe weinig te duchten van importmateriaal gezien het niet interessante prijsniveau. Daarbij komt nog dat Chinese producenten sinds het einde van de eerdergenoemde vakantieweek met hogere prijzen op de markt zijn terug gekomen.
Wat een tegenvaller voor EU-staalmakers is zijn de iets ingezakte prijzen voor schroot en erts, waardoor hun niet-Europese concurrenten juist weer goedkoper kunnen produceren en op termijn wat lagere exportprijzen kunnen aanbieden. Bovendien is het onduidelijk wat de effecten op de prijzen voor kolen zullen zijn nu de Chinese overheid recentelijk een importverbod heeft uitgevaardigd voor kolen uit Australië. Vooralsnog lijken de Europese fabrieken vastberaden hogere prijzen voor het eerste kwartaal 2021 te willen bereiken, want voor onderhandelingen over het prijsniveau van offertes wordt nauwelijks ruimte geboden. Zelfs gaat er officieuze informatie in de markt rond dat een van de grootste producenten de basisprijs voor warmgewalste coils voor levering in de periode maart 2021 wil verhogen naar 550 euro.
Gegeven de huidige marktsituatie als bovenstaand omschreven sluit Noviostaal niet uit dat de basisprijs voor warmgewalste coils later dit kwartaal of begin volgend jaar in plaats van met een 4 inderdaad zal beginnen met een 5. Hoe dan ook zouden eventuele lagere importprijzen echter bijzonder slecht uitkomen voor de Europese staalmakers gezien de dramatische omzetontwikkeling in de afgelopen kwartalen en de financiële gevolgen daarvan. Zo circuleert in de markt het officieuze bericht dat ThyssenKrupp, waarvan het fiscale boekjaar eindigde op 30 september, een negatief resultaat van bijna 1 miljard euro zou hebben. Prompt volgden daarop ook weer officieuze berichten dat de Duitse staat het concern overeind wilde houden middels een aandelenparticipatie. Dat werd echter weer ontkend door de Duitse overheid. Bronnen hebben het persbureau Reuters onlangs bericht, dat ThyssenKrupp nog steeds mogelijkheden onderzoekt voor samenwerking met Salzgitter, Tata Steel (India) en SSAB (Zweden).
Moeilijkheden
Maar er zijn meer staalconcerns die het moeilijk hebben, zoals Tata Steel Europe. Onlangs verschenen berichten dat een Chinese staalgroep interesse hebben productie-eenheden van Tata in het Verenigd Koninkrijk over te nemen. Recentelijk ontkende Tata evenwel die mogelijke interesse, maar blijft het wel in gesprek met de Britse regering over staatshulp, die kennelijk dus toch nodig is. ArcelorMittal maakte onlangs bekend in Polen twee hoogovens met een capaciteit van circa vier miljoen ton permanent te gaan sluiten. Argumenten daarvoor zijn de in haar ogen te zwakke marktomstandigheden respectievelijk vooruitzichten, te weinig overheidsmaatregelen tegen unfair importmateriaal en de naderende CO2 heffingen, waar niet-Europese producenten niet mee te maken zouden hebben. Met deze sluiting gaan ongeveer 650 banen verloren en de vakbonden hebben al stakingen aangekondigd als het concern deze stap niet terugdraait.
Hoe het tenslotte gaat aflopen met de onderhandelingen tussen ArcelorMittal en de Italiaanse overheid over de toekomst van het voormalige ILVA is op het moment dat dit StaalJournaal werd geschreven nog niet bekend gemaakt. Overigens wordt de positie van ArcelorMittal als grootste staalproducent ter wereld (capaciteit circa 110 miljoen ton) inmiddels serieus bedreigd door het Chinese staalconcern Baowu. Deze staalmaker heeft door meerdere overnames dit jaar inmiddels al een productiecapaciteit bereikt van meer dan honderd miljoen ton en is qua grootte daarmee nummer twee op de ranglijst van staalproducenten.
Noviostaal geeft per 13 oktober 2020 de volgende indicatie voor de circa fabrieks-staalprijzen voor coils en kwartoplaat in euro per ton:
- Warmgewalste coils: 490 – 500
- Koudgewalste coils: 555 – 575
- Sendzimir verz. coils: 585 – 600
- Kwartoplaat: 525 – 535
Deze maand stijgen de prijzen voor alle soorten. De stijging loopt van 10 euro per ton voor Kwartoplaat naar 15 euro per ton voor Koudgewalste coils, 20 euro per ton voor Warmgewalste coils en zelfs 35 euro per ton voor Sendzimir verzinkte coils ten opzichte van de staalprijzen in september 2020.