Zaltbommel
17 mrt. 2016
2 minuten
De Nederlandse bouwsector heeft sinds begin 2016 de wind in de zeilen. Dankzij een steeds dikkere orderportefeuille bereikte het vertrouwen onder bouwondernemers zijn hoogste punt ooit. De nieuwbouwprognoses van de bouwmarktonderzoekers van Buildsight blijven dan ook positief, maar dat is niet te danken aan de woningcorporaties.
Ondanks tegenvallende internationale ontwikkelingen blijven de verwachtingen voor de Nederlandse economie positief. De economische ontwikkeling steunt steeds meer op binnenlandse krachten, zoals de investeringen en de consumptie, waardoor de groei in ons land bovengemiddeld zou blijven in Europa. Daarbij spelen de gunstige woningmarkt en de bijbehorende groei van de woningbouwproductie een belangrijke rol en dat geeft veel bouwbedrijven momenteel vleugels.
De woningbouw groeit verder tot een niveau van circa 59 duizend nieuwbouwwoningen in 2018, wat de aannemers er verder bovenop zal helpen. Beleggers zullen hun aandeel hebben in die groei, want de rendementen op nieuwe woningen in de particuliere huursector worden steeds aantrekkelijker. Bovendien brengt de nieuwe, meer flexibele huurregelgeving van minister Blok de doorstroming uit de sociale huursector op gang, waardoor de vraag naar particuliere huurwoningen zal stijgen. ‘We zullen gaan zien dat particuliere huur en koop om voorrang strijden op nieuwbouwlocaties’, zegt directeur van Buildsight, Michel van Eekert. Hij ziet dat projectontwikkelaars het aanbod van nieuwe koopwoningen op willen voeren en beleggers met geld klaarstaan voor nieuwe huurwoningen, terwijl bouwlocaties schaars worden en de gemeentelijke grondbedrijven gereanimeerd moeten worden om de groei van de woningbouw te faciliteren. ‘Corporaties komen in dit verhaal nauwelijks voor, want zij moeten zich van minister Blok concentreren op sociale huurwoningen en dat zijn er in de ogen van de minister in Nederland veel te veel’, vervolgt Van Eekert.
Het gevolg is dat de sociale huisvesters steeds minder nieuwbouwplannen maken en in de woningbouw buitenspel komen te staan. In 2015 hebben ze vergunningen gekregen voor de bouw van 7.521 nieuwe woningen. Dat is 70 procent minder dan het aantal dat ze in 2009 vergund kregen en minder dan er voor particuliere opdrachtgevers werd vergund. Die ontvingen vorig jaar namelijk vergunningen voor de bouw van 7.577 nieuwe woningen. Hiermee zou ruim één op de zeven nieuwbouwwoningen dit jaar gebouwd worden voor particulieren. Alleen op het hoogtepunt van de crisis in 2013 was dit ook het geval, omdat vooral de andere opdrachtgevers het toen af lieten weten. Voor de crisis werd krap één op de tien woningen in opdracht van een particulier gebouwd. Dit jaar dragen particulieren gezamenlijk meer bij aan de verdere groei van de woningbouwproductie dan de woningcorporaties. ‘De bouwsector heeft het klantgericht bouwen naar verhouding daarom nog nooit zo vaak écht in de praktijk moeten brengen’, besluit van Eekert.