De Nevi PMI van oktober kwam uit op 50.4, wat betekent dat de verbetering van de bedrijfsomstandigheden bijna tot stilstand kwam. De productie index daalde met meer dan 5 punten tot net boven de 50. Hetzelfde gold voor de nieuwe orders als totaal, met in sommige sectoren zelfs een daling van de verkoop. De export orders bleven aanzienlijk stijgen, maar ook hier was er een teruggang ten aanzien van de vorige maand.
De groei van de inkoopactiviteiten daalde naar een laag niveau en de voorraad ingekochte materialen daalde in de grootste mate in drie maanden. Ook de voorraad gereed product was kleiner.
De werkgelegenheid bleef dalen, maar minder dan in september. De achterstanden in de productie daalden aanzienlijk, zij het in de geringste mate in zeven maanden. De levertijden namen aanzienlijk toe.
De inkoopinflatie was het grootst sinds april 2019, terwijl de verkoopprijzen slechts in geringe mate stegen. De vooruitzichten voor de productieomvang over twaalf maanden waren nog steeds positief, maar historisch gezien somber.
Herstel industrie gesmoord door tweede coronagolf
Albert Jan Swart, sectoreconoom industrie bij ABN AMRO: ‘Het herstel van de Nederlandse industrie verliest aan kracht. De deelindicatoren voor zowel de productie als de nieuwe orders zijn gedaald ten opzichte van de vorige maand. De Nevi Inkoopmanagersindex over oktober staat met 50.4 nog net boven de ‘neutrale’ stand van 50, wat duidt op lichte groei. Toch lijkt het onwaarschijnlijk dat het herstel van de industrie de komende maanden doorzet. De tweede golf van oplopende coronabesmettingen noopt onder meer Duitsland en Frankrijk tot gedeeltelijke lockdowns. Het economische herstel in Europa wordt daardoor in de kiem gesmoord. ABN AMRO verwacht dat de gedeeltelijke lockdowns de komende maanden leiden tot een afname van de vraag naar industriële goederen.’
‘Sinds de zomer klom de Nederlandse industrie langzaam uit het dal van de eerste lockdown, die duurde van half maart tot en met mei. Vooral de nieuwe exportorders namen duidelijk toe en trokken de Nederlandse industrie uit het moeras. Ook in oktober profiteerden industriële ondernemers vooral van de export, zoals blijkt uit de deelindicator voor nieuwe exportorders, die een 53.2 scoorde.’
Export onder druk
Swart: ‘Deze scores zijn echter gebaseerd op de resultaten van een rondvraag tussen 12 en 22 oktober. De 350 ondervraagde inkoopmanagers konden dus nog geen rekening houden met de vorige week afgekondigde gedeeltelijke lockdowns in Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. De hernieuwde sluiting van cafés en restaurants zal vermoedelijk leiden tot een afname van de vraag naar industriële producten zoals horecaverpakkingen en apparaten. Ook zullen de gedeeltelijke lockdowns bedrijfsinvesteringen in aanverwante sectoren verder onder druk zetten, zoals in het wegvervoer. ABN AMRO verwacht dat het herstel van de Nederlandse industrie daardoor stokt. De gedeeltelijke lockdown in Nederland begin oktober was voor de industrie slechts in beperkte mate een probleem, aangezien het merendeel van de productie afhankelijk is van de export. Nu ook Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk tot een gedeeltelijke lockdown besluiten, zal ook de export onder druk komen. Het krachtige herstel van de Chinese industrie, een belangrijk afnemer van industriële producten uit Europa, biedt waarschijnlijk onvoldoende tegenwicht.’
‘De industrie krijgt dus te maken met een afname van de vraag. Tijdens de eerste coronagolf viel de vraaguitval samen met een omvangrijke ‘aanbodschok’, onder andere als gevolg van een tekort aan onderdelen uit China. Tijdens deze tweede coronagolf krijgt de industrie vermoedelijk alleen te maken met minder vraag. Aan de aanbodzijde is de situatie namelijk deze keer anders. Tijdens de eerste golf kampte vooral de auto-industrie nog met een tekort aan Chinese onderdelen, waardoor productielijnen stil vielen en fabrieken de deuren sloten. Ditmaal heeft China het virus onder controle, waardoor de aanvoer van Chinese onderdelen kan doorgaan.’
‘Daarnaast is er deze keer naar verwachting voldoende aanbod van arbeid. Zo riep de Franse president Emmanuel Macron medewerkers op wel naar het werk te gaan indien dat echt nodig is. Fabrieksarbeiders worden dus gestimuleerd aan het werk te blijven. Ook het feit dat scholen in principe open blijven helpt daarbij. Tijdens de eerste golf moesten veel medewerkers thuis blijven om op de kinderen te passen. Een ander verschil is tot slot dat industriële ondernemers maatregelen hebben getroffen om besmettingen op de werkvloer te voorkomen, bijvoorbeeld door middel van desinfectie, controle van medewerkers op koorts, mondkapjes en sneltests.’
Bedrijven verzwakt door eerste golf
‘Minder positief is dat veel industriële bedrijven al zijn verzwakt door de eerste coronagolf. De productie ligt nog altijd lager dan voor de pandemie. Orderportefeuilles nemen al sinds de crisis af, waardoor ondernemers gedwongen zijn nog meer medewerkers naar huis te sturen. Uit een enquête van branchevereniging FME bleek vorige week dat een op de drie industriële bedrijven een reorganisatie doorvoert.’
‘Met name in de machinebouw staat de productie onder druk, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over augustus. De machinebouw is een belangrijke branche voor de Nederlandse industrie. De vraag naar machines is vooral afhankelijk van bedrijfsinvesteringen, die vanwege de coronacrisis in de meeste landen sterk zijn teruggeschroefd. Tot er een vaccin is, lijkt een snelle opleving van de vraag naar machines onwaarschijnlijk.’