Rotterdam
5 Jul. 2016
1 minuut
In Rotterdam Ahoy staan van 17 t/m 20 januari a.s. de schijnwerpers weer gericht op grond-, weg- en waterbouw tijdens de vakbeurs InfraTech 2017. Met circa 550 exposanten en ruim 20.000 bezoekers is InfraTech veruit de belangrijkste beurs voor opdrachtgevers, opdrachtnemers en toeleveranciers in de Nederlandse infrastructuur.
Het thema van de beurs is Slim Verbinden, waarmee ingespeeld wordt op actuele maatschappelijke veranderingen. Diverse toonaangevende brancheorganisaties leveren een belangrijke bijdrage aan het totale kennisprogramma.
Grote belangstelling
De markt zit weer in de lift. Ook bij InfraTech is dat duidelijk merkbaar, de belangstelling voor deelname is groot. Tal van ondernemingen hebben zich inmiddels aangemeld, waarmee al ruim 70 procent van de beschikbare standruimte is gereserveerd. De beursvloer is onderverdeeld in vijf thema’s: Infrastructuur, Water, Openbare Ruimte & Mobiliteit, Riolering en het nieuwe Infra Innovaties.
Infra Innovaties geclusterd
‘De toekomst vraagt niet alleen om meer infrastructuur, maar vooral om slimmere infrastructuur’, verklaarde Minister Schultz van Haegen tijdens de vorige editie van InfraTech. In de sectie Infra Innovaties worden vele vernieuwingen geëtaleerd met de meest geavanceerde producten en diensten. Ook laten studenten en kennis- en opleidingsinstituten zien hoe bedreven zij zijn in de ontwikkeling van noviteiten. Onder andere BAM Infra Nederland en Mourik Infra geven met onderscheidende stands acte de présence in dit nieuwe segment.
Inschrijving InfraTech Innovatieprijs 2017 gestart
Zoals gebruikelijk zal tijdens de beurs de InfraTech Innovatieprijs worden uitgereikt. De inschrijvingstermijn is gestart en de verwachting is dat er weer veel nieuwe ideeën ter verbetering van de Infrastructuur worden ingestuurd. De inzendingen worden beoordeeld door een deskundige jury onder voorzitterschap van Maxime Verhagen, voorzitter van Bouwend Nederland. Het publiek kan een stem uitbrengen voor de Cobouw Publieksprijs. De organisatie is in handen van Bouwend Nederland en De Bouwcampus.