Someren
18 Jul. 2016
4 minuten
EMA Tech is sinds de oprichting in 2012 gegroeid. Het aantal medewerkers verdubbelde van drie naar zes en het machinepark maakt een vergelijkbare groei mee. Recent investeerde het bedrijf in een nieuwe multitasking draaifreesmachine.
Om de veeleisende uitbesteders meer dan tevreden te stellen en je te onderscheiden van de middenmoot, moet je iets extra’s uit de kast halen. Dat althans vindt de Noord-Brabantse toeleverancier EMA Tech die de uitdaging aangaat met een langjarige strategie: investeringen in hoogwaardige machines moeten ertoe leiden dat (nog) meer ingezet wordt op de capaciteit om hoogwaardige producten aan met name de machinebouw te leveren. De recente aankoop van een Okuma Multus U4000 ‘multitasking’ machine past precies in die strategie.
Machinebouwers
Het machinepark omvat nu drie draaimachines, twee bewerkingscentra en de nieuwe multitasker, waarbij EMA Tech een opmerkelijke merkentrouw demonstreert. ‘In een vorige werkkring kende ik de Okuma-machine als storingsongevoelig en weinig onderhoud vergend’, herinnerd oprichter Martijn van Eijk zich nog goed. ‘Eigenschappen die wat mij betreft tegen de hogere prijs opwegen. Onze werknemers zijn vertrouwd met het machineconcept en de besturing, dus bij nieuwe investeringen heeft het merk een streepje voor. Toen we vorig jaar een draaimachine zochten die ook freesbewerkingen kon uitvoeren, hebben we overigens ook andere merken bekeken. Ook goede machines, maar dan gaan factoren als de goede relatie met en de service van de importeur, Gelderblom uit Houten, meespelen. En betrouwbaarheid blijft voor ons cruciaal.’
Hechte relatie
‘Algemene toelevering van een divers pakket draai- en freesproducten vormt bij EMA Tech nog altijd de hoofdmoot van de productie’, zegt Van Eijk. Bijvoorbeeld als het gaat om grote toeleveranciers met capaciteitsproblemen van dienst te zijn. Maar het bedrijf streeft steeds meer om gericht aan de sector van de machine- en apparatenbouwers te leveren en met die afnemersgroep een hechte relatie op te bouwen. ‘Voor 80 procent’, schat Van Eijk, ‘onderscheidt EMA Tech zich momenteel niet of nauwelijks van andere toeleveranciers. Dat percentage mag in de toekomst omlaag. We willen nog meer de richting op van complexer verspaningswerk, waar veel van onze concurrenten die in de eerste plaats op prijs concurreren, minder dol op zijn. Onze kracht zie ik liggen in kleine tot middelgrote producten van uiteenlopende materialen – staal, roestvaststaal, aluminium, kunststof – in seriegrootten van enkelstuks tot ongeveer honderd. Waarbij we ook een redelijke marge in aanmerking kunnen nemen, en niet tot de laatste cent op prijs geconcurreerd moet worden. Denk aan complex freeswerk of draaiwerk met bijkomende freesbewerkingen. Of speciale assen met een boring en een buitenprofiel en hoge eisen aan de concentriciteit en rechtheid. Binnen dat portfolio ruimen we een speciale plaats in voor tandwielfrezen, een specialisme waar we inmiddels de nodige ervaring mee hebben opgebouwd.’
Capaciteitsuitbreiding
Tot de aanschaf van bijvoorbeeld robots zal tegen de achtergrond van dit streven niet zo gauw worden overgegaan, maar de investering in de Multus U4000 past er precies in. De machine, geschikt voor werkstukken met een diameter tot 500 mm en een lengte tot 1.500 mm, breidt de capaciteit van het draaiwerk dat EMA Tech aankan, verder uit. Kenmerkend voor de door EMA Tech gekozen uitvoering zijn verder de hoofd- en overname spil, de volledig vijfassig simultane freesspil (B-as), de hoognauwkeurige C-as, 100 mm doorlaat door de spil en de 70 bar hogedrukkoeling.
Met de machine is al enkele maanden productie gedraaid, de ervaringen zijn goed. Ook met de vervaardiging van tandwielen en aanverwante producten, zoals spline-assen. Van Eijk: ‘De Multus helpt ons weer een stukje verder om ons te profileren als toeleverancier voor draai- en freeswerk waar anderen hun vingers liever niet aanbranden.’
EMA Tech
De eerste drie letters in de bedrijfsnaam EMA Tech zijn een samentrekking van ‘Van Eijk Machining Technology’. Met zijn vader en één werknemer startte Martijn van Eijk in 2012 het bedrijf in Someren, dat nu alweer – volgens het concept van ‘beheerste groei’ – zes medewerkers telt en langzamerhand moet omzien naar een ruimere behuizing. ‘We begonnen met twee draaimachines en één bewerkingscentrum’, zegt hij. ‘Nieuwe Okuma’s, geen tweedehandsjes. Ja, ik weet dat gebruikte machines van dat merk een goede reputatie hebben, al zijn ze jaren oud, maar dat vind je ook in de aanschafprijs terug. Bovendien ken je de achtergrond van een gebruikte machine niet. Het prijsverschil tussen nieuw en gebruikt is niet zo groot en wij wilden de nieuwste technologie in huis halen. Bij de net aangekochte draaifreesmachine gaat het dan bijvoorbeeld om TFC, het Thermo-Friendly Concept om temperatuur schommelingen te beheersen en Machining Navy, het systeem voor beheersing van de trillingen. Ook beschik je zo over de meest recente besturing.’