De Nederlandse industrie veroordeelt de Russische militaire inval in Oekraïne ten zeerste. Er voltrekt zich op dit moment een humanitaire ramp in Oekraïne. Het hart van de industriële bedrijven – verenigd in de ondernemersorganisatie voor de technologische maakindustrie FME – gaat uit naar de Oekraïense bevolking.
Inmiddels zijn er door de Europese Unie, de Verenigde Staten en aan Russische zijde vergaande economische sancties ingesteld. Deze hebben impact op de Nederlandse industrie. Zo is het verboden om bepaalde machines en technologie vanuit Nederland naar Rusland te exporteren. Binnen de energiesector is een verbod ingesteld op de export van raffinage technologieën. Dit betreft een verscherping van bestaande sancties tegen de olie- en gassector. Ook is het verboden om luchtvaartonderdelen te exporteren en reparaties te doen.
Daarnaast zijn er exportcontroles en controles op exportfinancieringen naar Rusland. Dit is een verstrekkende maatregel waarmee een lange lijst goederen en technologie niet meer, of slechts nog onder zeer strikte voorwaarden, naar Rusland geëxporteerd mag worden. Dit betreft onder andere elektronica zoals halfgeleiders, technologie voor telecommunicatie, informatiebeveiliging technologie, sensoren en lasers, navigatie en vliegtuigelektronica en technologie voor ruimtevaart.
Enquête
De resultaten van de FME-enquête geven een eerste beeld van de impact die de huidige sancties hebben. Enerzijds door de inkrimping van de afzetmarkt van Nederlandse producten en anderzijds door verstoringen in de toeleveringsketen. De bedrijven die zeggen maatregelen te treffen gaan op zoek naar nieuwe afzetmarkten en andere toeleveranciers. Bedrijven geven daarnaast aan gevoelig te zijn voor de hogere inkoopprijzen van grondstoffen en de afhankelijkheid van energie.