Je verwacht het misschien niet, maar Turkije heeft een behoorlijke aluminiumindustrie, mede vanwege de bauxietwinning daar. In Turkije staan zelfs machines die aluminium ‘Continuous Casten’ op 2,5 meter breed, en ook in China wordt erg veel aluminium geproduceerd met deze technologie.
De West-Europese fabrieken hebben de laatste jaren niet of nauwelijks geïnvesteerd in deze productiemethode, terwijl de aluminiummarkt de afgelopen jaren flink is veranderd door de investeringen in productie. Hierna bespreek ik de twee productiemethoden Direct Casting en Continuous Casting.
Bij Direct Casting worden walsblokken warm uitgewalst naar circa 9 mm dik materiaal, en daarna middels koudwalsen verwerkt tot de gewenste einddikte. Bij Continuous Casting wordt vloeibaar aluminium tussen twee trommels gegoten, de trommels worden gekoeld waardoor het materiaal stolt. Het aluminium wordt vervolgens als band opgerold van circa 9 mm gegoten materiaal.
Goedkoper
Continuous Casting is goedkoper omdat de investeringen in machines lager zijn: een Direct Casting lijn is vaak 300 meter lang, een Continuous Casting lijn zet je in tien of vijftien meter neer. Het nadeel van Continuous Casting is dat de structuur van het materiaal heel anders is, en je niet elke legering kunt maken: Je kunt alleen werken met de legeringen in de 1000- en 3000-serie en een enkele legering in de 5000-groep.
Een ander belangrijk nadeel van Continuous Casting is dat het wel te anodiseren is, maar visueel ontstaat er dan een soort tijgermotief door de andere structuur van het materiaal. Bij Direct Casting heb je een egaal oppervlak na anodiseren.
Door de technologie van Continuous Casting is de markt helemaal veranderd, de aluminiumproducenten maken de kwaliteit EN AW 1050 vrijwel alleen nog maar op die manier. Zo zie je hoe de focus op kosten de mogelijkheden in de markt flink kan beperken.