Protectionisme een bedreiging of kans voor de staalindustrie

Foto van: De redactie
Geplaatst door De redactie

Veel landen verspreid over alle continenten hebben importheffingen op staal uit China ingevoerd om daarmee oneerlijke concurrentie tegen te gaan en vooral ter bescherming van de eigen staalindustrie. In Het Staaljournaal van vandaag vraagt Lex Coenen van NovioStaal zich af of dit positief of nadelig werkt voor de mondiale staalindustrie. Hierna geeft hij een analyse.

In de VS geldt een (forse) antidumpingheffing van 266 procent op warmgewalste rollen staal uit China. Maar het land gaat nu nog verder, want president Trump pleitte er bij zijn aanstelling in januari voor om meer Amerikaans te kopen. Het welbekende ‘America First!’.

Rem op modernisering

Het bevorderen om lokaal te kopen zien we inmiddels in meer landen, o.a. in India en Indonesië. Het positieve effect van importheffingen is dat de werkgelegenheid in tact blijft. Maar lessen uit de jaren van de 1e helft van de vorige eeuw in Amerika waren echter ook, dat een beschermde marktpositie enerzijds leidt tot hogere binnenlandse prijzen en daarmee een zwakkere concurrentiepositie bij de export.

Anderzijds was er nog een minder positieve kant namelijk dat de nationale fabrieken meenden in een comfortabele positie te verkeren waardoor er niet meer of slechts mondjesmaat geïnvesteerd werd in nieuwe productielijnen en in het ontwikkelen van nieuwe staalsoorten. Als gevolg daarvan raakte de Amerikaanse staalindustrie in het algemeen genomen verouderd en raakte het daardoor achter op bijvoorbeeld de Europese en Japanse industrie.
Die achterstand werd uiteindelijk pas tegen het einde van de vorige eeuw gecorrigeerd. Bijvoorbeeld Nucor ontwikkelde zich in de jaren 80 en 90 tot een prominente staalmaker dankzij investeringen in moderne giet- en walstechnieken.

Duurder staal

In Europa hebben we sinds de privatisering van de diverse staalfabrieken gedurende de laatste decades van de vorige eeuw grote stappen voorwaarts gezien in zowel de ontwikkeling van hogere staalkwaliteiten als ook schonere staalproductie. Tata Steel IJmuiden voorheen Hoogovens is daar een goed voorbeeld van. De keerzijde hier is nu dat als gevolg van die beschermende importheffingen de basisprijzen van staal op het Europese continent sinds begin 2016 bijna verdubbeld zijn. Dat zou moeten leiden tot hogere materiaalkosten voor de producerende industrie en wellicht uiteindelijk tot een verslechterde concurrentiepositie ten opzicht van het buitenland.

Dat laatste moeten we wel relativeren, want duurder staal leidt zeker tot duurdere producten, maar dat hangt wel af hoe materiaalintensief een product is. Met andere woorden: hoe groot is het belang van staal bij de fabricagekosten van een eindproduct. Om een voorbeeld te noemen: in een personenauto zit gemiddeld ca. 750-800 kg staal. Kostte één ton staal vorig jaar circa 600 euro per ton dan zou dat nu ca. 900 euro zijn. Per saldo dus een toeneming van ongeveer 240 euro per auto. Bij een gemiddelde verkoopprijs in Nederland van 25.000 euro is dat een stijging van 1 procent.
De automobielfabrikanten hebben vorig jaar krachtig geprotesteerd tegen de invoering van de importheffing op staal in Europa, maar toch werden er in januari 2017 mooie verkoopcijfers gepresenteerd. De verkoop van personenauto’s binnen Europa steeg namelijk 10,1 procent ten opzichte van januari 2016.

Zo beschouwd hebben importheffingen, althans bij de automobielindustrie zijnde één van de grootste staalverbruikers, weinig of geen negatieve effecten. Van het prijzenfront kunnen we melden, dat er naar onze mening een adempauze ingelast is. Veel fabrieken hebben hun productie voor het tweede kwartaal al volgeboekt en geven mondjesmaat volumes vrij respectievelijk nauwelijks prijzen af.
Het beoogde doel van ArcelorMittal voor een basisprijs van 600 euro per ton voor warmgewalste coils lijkt vooralsnog niet gehaald te worden. In de markt circuleren namelijk prijzen van 570-585 euro per ton. Maar in China stijgen vooral de prijzen voor lange producten momenteel fors veroorzaakt door een sterk toegenomen binnenlandse vraag, dus nieuwe prijsverhogingen binnen Europa later dit jaar als gevolg daarvan zijn zeker niet ondenkbaar.


Noviostaal geeft per 15 maart 2017 de volgende indicatie voor de circa fabrieks-staalprijzen voor coils en kwartoplaat in euro per ton:

  • Warmgewalste coils: 560-590
  • Koudgewalste coils: 665-680
  • Sendzimir verz. coils: 700-720
  • Kwartoplaat: 565-585

De fabrieksprijzen staal stabiliseren zich tot een lichte daling. Voor deze maand noteren we prijzen die variërem tussen de -5 (koudgewalstee coils) en 10 euro per ton (sendzimir verz. coils) vergeleken met februari 2017 .