De Europese lidstaten hebben deze week een akkoord bereikt over de invoer van een CO2-grensheffing. Daarmee worden ook bedrijven van buiten de EU gedwongen om te betalen voor de uitstoot en zou een gelijk speelveld gecreëerd moeten worden.
De Europese Unie gaat de import van vervuilende producten belasten. De nieuwe regels dwingen bedrijven die hun producten binnen de EU verkopen om te betalen voor de veroorzaakte vervuiling, ongeacht waar er geproduceerd is. Het zal er tevens voor zorgen dat nieuwe klimaatnormen geen concurrentienadeel opleveren voor de Europese industrie die een CO2-heffing betaalt.
‘Dat werkt met vraag en aanbod’, vertelt PvdA-Europarlementariër Mohammed Chahim die de gesprekken over de carbon border adjustment mechanism leidde over het bestaande Emissions Trading System (ETS). Hij noemt het een ‘mooi systeem dat er voor zorgt dat bedrijven geld kunnen verdienen door energie te besparen.’
Maar de Europese CO2-heffing werkt ook concurrentievervalsing in de hand. Dat moet de toekomstige CO2-grensheffing rechttrekken, vervolgt Chahim tegen BNR Nieuwsradio. ‘Bedrijven die buiten de EU hetzelfde product maken als een Europees bedrijf, konden het product gewoon importeren zonder die belasting te betalen. Dat trekken we nu recht, want dit zorgde voor een ongelijk speelveld.’
De EU wil de CO2-grensheffing vanaf oktober 2023 invoeren, eerst als proef. Daarbij zullen in eerste instantie slechts enkele sectoren onder het systeem vallen: ijzer en staal, cement, meststoffen, aluminium, elektriciteit en waterstof.