Aluminium is terug van weggeweest. De prijs neemt sinds de start van 2017 toe en beleggers zien het metaal weer helemaal zitten. Voor dit jaar is echter de verwachting dat de mondiale vraag-aanbodbalans een negatief saldo zal laten zien en dat werkt doorgaans negatief door op het marktsentiment. Dus waar komt die hernieuwde interesse ineens vandaan?
De vraag naar aluminium is in ieder geval goed. Het is een licht en tegelijkertijd stevig materiaal en wordt verwerkt in veel sectoren (zoals bouw, transport, huishoudelijke apparaten, verpakkingen). De verwachting is dat in deze sectoren de bedrijfsactiviteit dit jaar verder blijft groeien. Dat is positief. Maar het grote probleem is overproductie.
Overproductie
Er is veel overcapaciteit in de mondiale industriële metaalmarkten. Het zwaartepunt ligt in China en om het probleem aan te pakken heeft de Chinese overheid het zgn. China’s Capacity Control Protocol geïntroduceerd. Binnen dit protocol is de overheid onder meer van plan om in de winter van 2017/2018 een flink deel van haar aluminiumcapaciteit te sluiten. Maar al bij de eerste geruchten dat China de overproductie gaat aanpakken, kreeg de prijs van aluminium een vlucht. En dat terwijl er feitelijk nog geen enkele ton aluminium uit de markt was gehaald. De aanpak begint echter wat meer vorm te krijgen. Niet alleen het protocol geeft enige houvast, ook de recente stopzetting van de geplande uitbreidingen van twee aluminiumsmelterprojecten in de Xinjiang provincie geeft hoop. Het is alleen jammer dat de hoeveelheid capaciteit die met dit eerste initiatief gemoeid is, nog slechts een druppel op de gloeiende plaat blijkt te zijn.
Druppel op de gloeiende plaat
Ik wacht dus op iets meer daadkracht vanuit China, voordat ik mijn verwachtingen herzie. Want één ding is zeker: voorlopig blijft de beschikbaarheid van aluminium nog goed. Grondstoffen worden schaarser, dat weten we allemaal. De winning van veel mineralen is eindig en dat geldt ook voor de ertsen van basismetalen. De nood voor zinkertsen is het hoogst, want de zinkertsen in de aardbodem zijn binnen 100 jaar opgedroogd. Voor de voorraden koperertsen geldt dat er nog circa 150 jaar beschikbaar is en voor nikkelertsen is dit 350 jaar. Op het eerste gezicht lijkt dit allemaal mee te vallen, maar een gangbare definitie van schaarste is relatief ruim. Bij minder dan 1000 jaar beschikbaarheid valt een grondstof onder de categorie ‘schaars’. Maar aan aluminium hebben we echter geen gebrek en dat zal voorlopig zo blijven. Er zit wereldwijd nog voldoende bauxiet – het ruwe materiaal voor het maken van alumina en vervolgens aluminium – in de aardbodem.
Voor duizenden jaren aluminium
Het USGS (ofwel de US Geological Survey) heeft uitgerekend dat er wereldwijd nog zo’n 28 miljard ton bewezen bauxiet reserves in de aardbodem zitten. Als we dit terugrekenen naar de hoeveelheid geraffineerd aluminium, dan hebben we voor duizenden jaren voldoende beschikbaar. Daarbij komt dat het metaal uitstekend recyclebaar is en dat garandeert een goede beschikbaarheid op de lange termijn. Ook op de korte termijn is de beschikbaarheid goed. De LME opslaghuizen zijn nog steeds goed gevuld en de voorraden bij producenten en ook service centers blijven op peil. Reden genoeg om niet al te optimistisch te zijn over de aluminiumprijs en de initiatieven van China af te wachten.
Reageren?
Casper.Burgering@nl.abnamro.com