Ruim 340 miljard euro aan omzet wordt er bij familiebedrijven in ons land gerealiseerd. Dit is circa 27 procent van de omzet van alle bedrijven in het niet-financiële bedrijfsleven met meer dan één werkzame persoon. Maar wat is nu de definitie van een familiebedrijf?
Een familiebedrijf is een bedrijf waarbij één familie direct of indirect een meerderheid van zeggenschap heeft en formeel betrokken is bij het bestuur. Begin 2016 telde Nederland bijna 278 duizend familiebedrijven, 71 procent van alle bedrijven (exclusief bedrijven van ondernemingengroepen met één werkzame persoon).
340 miljard, dat is best veel zou je zo denken en dat is het natuurlijk ook, maar het staat in schril contrast met de omzet van de vijftig grootste familiebedrijven in Duitsland. Deze lag in 2015 om meer dan 1.000 miljard euro.
Maar om Nederlandse familiebedrijven te vergelijken met Duitse familiebedrijven is natuurlijk niet helemaal eerlijk. Want in Duitsland heb je te maken met Volkswagen, met een omzet van 213 miljard euro in 2015, veruit het grootste familiebedrijf van Duitsland. De families Porsche en Piëch houden via holdingbedrijf Porsche SE een belang van 52 procent in Volkswagen.
Familiebedrijven dus. In de Nederlandse maakindustrie merk je heel snel als je bij een familiebedrijf binnen bent.
Tenminste ik wel, het voelt gewoon anders en dan bedoel ik dit positief. De sfeer is vaak opener, het is gemoedelijker en de betrokkenheid van het personeel is groter. Uiteindelijk gaat het natuurlijk wel om de omzet en de hierbij horende winst, maar de beleving – laat ik het zo maar omschrijven – bij een familiebedrijf is toch net even iets anders dan bij bedrijven die een aangesteld directeur hebben.
Rolf Elling, hoofdredacteur
Reageren?
E-mail: rolfelling@vraagenaanbod.nl
Twitter: @VenA_Rolf
Facebook: www.facebook.com/vraagenaanbod