DEN HAAG
8 Jun. 2017
2 minuten
FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming roept de politiek op om het innovatiebeleid te continueren en te intensiveren. Deze oproep komt tegelijkertijd met de publicatie van de jaarrapportage Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO) door minister Kamp van Economische Zaken vorige week.
‘Deze jaarrapportage bewijst dat de WBSO werkt en innovatie stimuleert en uitlokt. Zowel het grootbedrijf als het mkb heeft hier baat bij. Laat ik het nog maar eens zeggen. Snijden in de succesvolle fiscale innovatieregelingen zoals de WBSO en innovatiebox is onverantwoord en brengt onze innovatiekracht op achterstand. Meerjarige zekerheid is de beste voedingsbodem voor private investeringen in innovatie’, aldus Dezentjé Hamming.
Voordeel 1,2 miljard euro
Nederlandse ondernemers, waarvan 97 procent afkomstig uit het mkb, hebben vorig jaar 1,2 miljard euro voordeel gehaald uit de innovatieregeling WBSO. Dit is een stijging van 22 procent ten opzichte van een jaar eerder. Met de WBSO kunnen ondernemers meer onderzoek doen om vervolgens deze innovaties te ontwikkelen tot succesvolle producten en diensten.
Minister Kamp: ‘Nederlandse bedrijven hebben in 2016 meer aan onderzoek en ontwikkeling gedaan ten opzichte van een jaar eerder. Dat is een goede ontwikkeling, omdat innovatie de basis is voor het concurrentievermogen van onze economie. Het voordeel van ruim 1,2 miljard euro is voor innoverende ondernemers en in het bijzonder het MKB een significante steun.’
In totaal maakten vorig jaar 22.330 bedrijven gebruik van de WBSO om hun onderzoek en ontwikkeling (R&D) te bevorderen. De regeling is in 2016 verder aangescherpt en nog meer gericht op concrete innovatieactiviteiten: haalbaarheidsstudies worden niet meer ondersteund.
Uit de jaarrapportage ‘Focus op speur- en ontwikkelingswerk 2016′ blijkt dat voor een bedrag van 6,7 miljard euro plannen van bedrijven zijn goedgekeurd. Het gaat om 3,9 miljard euro aan loonkosten en 2,8 miljard euro aan niet-loonkosten, een stijging van 400 miljoen euro ten opzichte van een jaar eerder. Met behulp van deze regeling konden ondernemers zo hun kosten voor onderzoek naar en ontwikkeling van innovaties met 1,2 miljard euro verlagen.
 |
Focus_op_speur_en_ontwikkelingswerk_de_WBSO_in_2016. |
Successen
Eén van de ondernemers die succesvol gebruik maakt van de innovatieregeling is start-up Additive Industries die een 3D-metaalprinter ontwikkelde voor onder andere vliegtuigonderdelen. Deze onderdelen zijn thermisch beter en hebben minder massa, wat vooral in de luchtvaartindustrie belangrijk is. Iedere kilo minder gewicht levert brandstofbesparing op. De printer onderscheidt zich van soortgenoten door de hoge mate van procesautomatisering waaronder de automatische afzuiging van metaalpoeder. Veel ontwikkelwerk ging zitten in het kunnen produceren van identiek geprinte producten en het stabiel maken van het laservermogen en de laserspot. Voor de ontwikkeling van de 3D-metaalprinter deed
Additive Industries een beroep op het Innovatiekrediet en de WBSO.
Artinis uit Elst maakte met steun van de WBSO een comfortabel, draagbaar meetinstrument voor onderzoek naar hersenactiviteit. Het bijzondere aan het draadloze zogenoemde NIRS-systeem (Near Infrared Spectroscopy) is dat het gegevens kan meten tijdens alle dagelijkse bezigheden, ook tijdens het slapen en sporten. Daardoor is NIRS breed toepasbaar voor bijvoorbeeld klinisch onderzoek of voor het meten van de inspanningen van sporters.
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voert de WBSO uit in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken.