Dat vraagt Arjan van Weele, NEVI hoogleraar inkoopmanagement aan de TU Eindhoven zich af. De NEVI PMI steeg in juli van 58,6 naar 58,9, het hoogste cijfer sinds april 2011. Om aan de hogere productievereisten te kunnen voldoen, groeide de werkgelegenheid in de grootste mate sinds februari 2011.
De oorzaak ligt volgens hem enerzijds in de concurrentie- en innovatiekracht van onze industriële bedrijven. Maar volgens Van Weele ligt het voor een belangrijk deel ook in de lage grondstofprijzen. ‘In een aantrekkende economie neemt de vraag naar grondstoffen toe. Een stijgende vraag vertaalt zich na verloop van tijd in stijgende grondstofprijzen. Dat is nu niet het geval. Integendeel: prijzen van olie, kunststoffen en staal blijven gelijk of dalen zelfs. Hierdoor kunnen verkoopprijsstijgingen beperkt blijven en dat leidt ertoe dat de vraag naar eindproducten niet wordt ontmoedigd.’
Schaarste
‘Wel is het zaak de toelevering van grondstoffen en componenten veilig te stellen, nu hier en daar schaarste optreedt en leveranciers moeite hebben bestelde producten uit te leveren. Dit blijkt onder meer uit de verder verslechterende levertijden index (van 35,9 in juni naar 34,4 in juli).
Europa
En hoe doet Nederland het ten opzichte van de Eurozone? Beter dan gemiddeld, gezien de Eurozone scores van 56,8 in mei en 55,7 in juni. De industrie staat erop dit moment goed voor en dat zal de komende maanden nog wel even zo blijven.’