Afgelopen week liepen de prijzen van de meeste basismetalen opnieuw op, waarbij zink door de grens van 3.000 dollar ging. Alleen direct voor de uitbraak van de kredietcrisis stond het dertigste element van het periodiek systeem eerder zo hoog.
Zink won vorig jaar 60 procent en is zeker niet het enige metaal dat flinke stijgingen boekt. Koper (boven de 6.000 dollar) en nikkel (boven de 10.000 dollar) passeerden onlangs ook denkbeeldige barrières. De LMEX-index, die wordt bepaald door de prijzen van de zes basismetalen van de London Metal Exchange, staat op het hoogste punt sinds eind 2014.
China
Krappe productie is een drijvende kracht achter de stijgende prijzen voor basismetalen. Stakingen, natuurgeweld en aflopende mijnrechten hebben de winning van metalen beperkt. Economische groei in grootverbruiker China, en vooral de recente verzwakking van de dollar, de valuta waarin de metalen worden afgerekend, hebben voor verdere prijsstijgingen gezorgd. ‘Maar ook de verwachting van een tekort aan materiaal ergens in de toekomst speelt een stevige rol’, zo schreef grondstoffeneconoom Casper Burgering onlangs. Intussen pakt de Chinese overheid de illegale metaalproductie aan en verwachten analisten dat een Chinese groeispurt rond het congres van de communistische partij dit jaar de prijzen verder zal ondersteunen.