8 feb. 2018
1 minuut
In Duitsland is ongerustheid ontstaan over het Chinese overnamebod op Cotesa, een toeleverancier in de luchtvaartsector. Net zoals eerder in de VS gebeurde, toetst nu de Duitse politiek of het nationale belang in het geding is. De onrust in Duitsland wordt gevoed door ontslagrondes bij Duitse bedrijven die door Chinezen zijn overgenomen. Bijvoorbeeld bij de Duitse robotmaker Kuka.
Dit blogt Johan Geeroms, senior risk manager bij Euler Hermes. Chinese bedrijven zijn vooral op zoek naar bedrijven met kennis en technologie. Geld om overnames te doen is er voldoende. Wel liet de Chinese centrale Bank (Volksbank) onlangs weten dat de kapitaaluitstroom in 2017 is verminderd. De zorgen in Europa en de VS zijn er niet minder door. Een half jaar geleden scherpte Berlijn de regels voor buitenlandse bedrijfsovernames al aan. Ook de EU overweegt de teugels aan te halen. De kern van het probleem is dat China met buitenlandse overnames toegang krijgt tot belangrijke technologieën terwijl China zelf zijn eigen bedrijven juist in bescherming neemt. Overnames van Chinese bedrijven door westerse ondernemingen zijn vrijwel onmogelijk.
De onrust in Duitsland wordt gevoed door ontslagrondes die worden doorgevoerd bij Duitse bedrijven die door Chinezen zijn overgenomen. Bijvoorbeeld bij de Duitse robotmaker Kuka die in 2016 in Chinese handen kwam. Hier worden nu honderden banen geschrapt. En ander voorbeeld is de gloeilampentak van Osram (ook door Chinezen overgenomen). Daar vervallen de komende jaren 1.300 arbeidsplaatsen.
Weerstand
In Duitsland groeit de weerstand tegen Chinese overnames. Dat is goed merkbaar nu het ‘China Iron & Steel Research Institute’ zijn oog heeft laten vallen op Cotesa. Met deze overname wil het Chinese overheidsbedrijf de Chinese vliegtuigbouwer Comac concurrerend maken met Airbus en Boeing. Het onderzoek dat het Duitse Ministerie van Economische Zaken heeft ingesteld, kan leiden tot een blokkade van de verkoop.