Nevi PMI februari 2018: Industrie in groeiversnelling

Foto van: De redactie
Geplaatst door De redactie

‘Niet alleen tijdens de Olympische Winterspelen worden er records gebroken, dat geldt ook voor ons eigen land, voor onze eigen economie. De NEVI Purchasing Managers’ Index (PMI) registreerde in februari een ongekende waarde van 63,4 en liet daarmee het record van vorige maand (62,5) ver achter zich’, aldus Arjan van Weele, NEVI-hoogleraar Inkoopmanagement TU Eindhoven in zijn commentaar op de laatste industrie-index.

‘Er is na 58 maanden groei zelfs nog sprake van een groeiversnelling. Ook dat is na zo’n lange groeiperiode nog niet vaak vertoond. Hoe kan dat? Uit de cijfers blijkt de grote en toenemende vraag naar Nederlandse producten zowel vanuit het binnenland als vanuit het buitenland. Deze heeft voor een deel te maken met de goede economische omstandigheden in Europa. Maar voor een deel lijkt de toenemende vraag verklaard te worden door de sterk oplopende levertijden van producenten’, aldus Van Weele.

‘Die leiden ertoe dat klanten eerder gaan bestellen. En daar komt bij dat er als gevolg van de oplopende inkoopprijzen van materialen en componenten sprake lijkt te zijn van speculatie. Inkopers halen hun inkoopopdrachten naar voren om latere prijsverhogingen te voorkomen.’

‘Wat is de betekenis hiervan?, vraagt Van de hoogleraar zich af. ‘Niet minder dan dat wanneer de groei gaat ombuigen, in dat geval een sterke terugval kan worden verwacht. Bedrijven doen er goed aan voldoende buffers voor deze situatie in te bouwen en de nodige flexibiliteit in hun contracten met leveranciers en werknemers in te bouwen. Voorlopig profiteren we van de huidige situatie. Er is volop werk; voor gekwalificeerde medewerkers liggen de banen gezien de hoge werkgelegenheidsindex (62.6) voor het oprapen. De komende maanden zal hierin weinig verandering komen.’

(De Nevi PMI index toont aan dat er niet alleen sprake is van groei in de Nederlandse industrie. een PMI waarde groter dan 50 duidt op toeneming van de industriële bedrijvigheid ten opzichte van voorgaande maand, een waarde kleiner dan 50 op een afname).