Zo’n 500 uur per jaar gaat Lucien Perizonius besteden aan het voorzitterschap van Verenigde Maakindustrie Oost (VMO). ‘Maar dat zullen er wel wat meer worden, want er is best nog veel te doen binnen de maakindustrie in Oost-Nederland. Waar we naartoe willen, is dat de bedrijven in deze regio tot de top van Europa zullen gaan behoren.’
Lucien Perizonius (59) is zich terdege bewust van de huidige en toekomstige ontwikkelingen binnen de industrie. Hij is per 1 april 2018 door de algemene ledenvergadering van VMO unaniem benoemd tot voorzitter van deze vereniging die ruim 130 leden telt. De kersverse voorzitter kent de maakindustrie. Na dertien jaar als officier bij de Koninklijke Marine te hebben gewerkt, maakte hij de overstap naar de industrie. Als directeur-grootaandeelhouder van Jansen Venneboer in Wijhe verwierf hij vele internationale en nationale contacten. Daarna startte Perizonius zijn investeringsbedrijf PCMMC ventures. Hiernaast heeft hij zitting in onder andere de Adviesraad Green Pac, is lid van Economic Board Regio Zwolle en heeft twee commissariaten, te weten bij de Roto Groep en Tuinte Groep.
Hoger level
Een man met de nodige ervaring. ‘Ja, en deze wil ik graag gaan inzetten om de maak op een hoger level te krijgen. En ja, er moet en kan nog veel gebeuren om dit te realiseren. De maakindustrie is erg belangrijk voor Nederland. De bedrijven, het onderwijs en de overheid hebben hun krachten gebundeld om de maakindustrie in Oost-Nederland verder te versterken. Als voorzitter stuur ik mede de activiteiten, waarbij smart industrie, innovatie, exportbevordering en de Human Capital Agenda voor voldoende en goed opgeleid personeel de vier belangrijkste speerpunten zijn.’
‘Essentieel hierbij is dat de bedrijven onderling met elkaar in contact komen en blijven. Ze moeten op de hoogte zijn van allerlei ontwikkelingen die er spelen. Kijk bijvoorbeeld naar slimmer produceren oftewel smart industry. De technologische ontwikkelingen volgen elkaar razendsnel op en het ene bedrijf haakt hier sneller op aan dan de andere. Breng deze bij elkaar en zoek vervolgens samen naar synergie. De rol voor VMO is om dit te duiden en te ondersteunen. Hebben bedrijven vragen, moeten ze bij ons antwoorden krijgen. Zo niet, pakken we het op en gaan we er mee aan de slag.’
Directer contact
‘Als VMO hebben we een best een goede focus op de maakindustrie. De leden voelen zich thuis bij ons, we hebben korte lijnen en er wordt snel actie ondernomen. Maar waar ik de nadruk op wil leggen is het directe contact met de leden en het leggen van verbindingen. Niet alleen tussen de bedrijven onderling, maar ook richting de overheid, opleidingen en instanties die ondersteunend zijn op bijvoorbeeld het vlak van innovaties. Maar ook richting de export willen we meer gaan betekenen. De contacten zijn er inmiddels wel, nu de verdieping hiervan.
Zoekende Duitsers
Kijkend naar de export zijn Duitse OEM’ers op zoek naar Nederlandse maakbedrijven, toeleveranciers en vooral ondernemers die flexibel zijn. ‘Dat geldt voor Noordrijn-Westfalen, maar ook voor bedrijven in Zuid-Duitsland kunnen we meer gaan betekenen. Maar dan moeten ze ons wel weten te vinden. De perceptie bij de Zuid-Duitsers ligt nog vooral op de regio Eindhoven. En dat is prima, maar we willen hier graag aanhaken.’
Perizonius wordt ondersteund door Petra Deterink. Zij is vanaf 1 januari 2018 aangesteld als directeur. ‘Een enorme uitdaging’, zo ziet ze haar promotie. Deterink is al twaalf jaar betrokken bij VMO. ‘Het is een dynamische wereld waarin veel gaat veranderen. Het genereren van toegevoegde waarde voor onze lid bedrijven waarmee ze sterker worden, is een belangrijk issue voor VMO.’