Ook in april groeide de productieomvang fors, met als gevolg een recordperiode van groei van 5 jaar. De groei daalde echter wel naar het laagste niveau in negen maanden. Eenzelfde tendens was te zien bij de andere onderdelen van de NEVI PMI, die daalde van 61,5 in maart naar 60,7 in april. Nog steeds heel hoog, maar ook het laagste niveau in zes maanden.
De groei van het aantal nieuwe orders was aanzienlijk, maar kleiner dan de vorige maand en de kleinste in een jaar. De export orders namen in de kleinste mate toe in anderhalf jaar. De stijging van de werkgelegenheid was opnieuw minder groot dan in januari en februari, maar bleef groter dan alle maanden voorafgaand aan december 2017. De hoeveelheid onvoltooid of nog niet uitgevoerd werk steeg in de grootste mate in negen maanden en de verlenging van de levertijden was de op een na grootste ooit. De inkoopprijsinflatie was het laagst in zeven maanden, maar bleef een van de hoogste van de afgelopen zeven jaar. De verkoopprijzen lieten de op drie na grootste stijging sinds juni 2011 zien. De verwachtingen voor de toekomstige productieomvang waren opnieuw uitermate positief, al was dit optimisme het kleinst in acht maanden.
Twee prioriteiten
Volgens Arjan van Weele, NEVI hoogleraar Inkoopmanagement aan de TU Eindhoven hebben inkopers in de industrie op dit moment twee prioriteiten. Als eerste is dat de bestelde producten op tijd binnen zien te krijgen en daarnaast de inkoopprijsstijgingen zoveel mogelijk afremmen. Beide hebben met elkaar te maken. En dat blijkt ook uit de NEVI Purchasing Managers’ Index (PMI) van 60,7 in april. Er is dus nog steeds sprake van forse groei als gevolg van sterke orderstromen uit zowel binnen- als buitenland. Maar de groei neemt af. Niet verwonderlijk: de Nederlandse industrie kent nu al 5 jaar op rij een verbetering van de bedrijfsomstandigheden en dat is niet eerder vertoond.
Aan alle goede dingen komt natuurlijk een keer een eind, is de mening van Van Weele. ‘Productie-achterstanden lopen snel op, op tijd binnen krijgen van materialen wordt steeds lastiger en goed en voldoende personeel vinden ook. De inkoopprijsinflatie is hoog. De roep om loonsverbetering wordt steeds luider. Dat alles zal de groei afremmen en dat gebeurt nu ook. Maar op korte termijn valt er nog weinig te vrezen. De volle orderportefeuilles geven een goed perspectief voor dit jaar.’
Eurozone
‘De situatie om ons heen is niet veel anders. De PMI voor de Eurozone kwam uit op 56,0 en die van onze belangrijkste handelspartner, Duitsland, op 58,1. De PMI van China scoort beduidend lager. Deze kwam uit op 51,4. Grootste uitdaging voor ondernemers is de huidige groei onder controle te houden en ervoor te zorgen dat je geen klanten verliest doordat je leveringsafspraken niet kunt nakomen.’