Voor twee op de vijf bedrijven (40%) zijn robotisering en kunstmatige intelligentie een ver-van-hun-bedshow. Bijna de helft van directeuren van organisaties (45%) identificeert de kansen die robotisering en kunstmatige intelligentie kunnen bieden zelfs nog helemaal niet. Een kwart van hen (25%) geeft aan dat er helemaal geen kansen liggen voor hun organisatie op deze gebieden. De verwachting is wel dat deze technologieën iedereen binnen organisaties gaat treffen. Bestuurders moeten zich gaan bezighouden met het identificeren van de kansen en vervolgens het personeelsbeleid hierin meenemen.
Dit blijkt uit de tiende editie van het jaarlijkse Benchmarkonderzoek van HR-dienstverlener Raet.
Minder managers
Directeuren zijn zich bewust van de opkomende trends als robotisering en kunstmatige intelligentie, maar zijn nog niet bezig met de doorvertaling naar de werkvloer. Ze verwachten dan ook niet dat er binnen drie jaar veel functies verdwijnen. Slechts 9 procent geeft aan dat naar verwachting een groot aantal functies over drie jaar niet meer bestaan. De functie die volgens de directeuren het meest op de tocht staat, is die van de manager. Ruim een op de zes directeuren (17%) denkt in de toekomst met aanzienlijk minder managers toe te kunnen. Dit geldt met name in de financiële dienstverlening. 48 procent van de HR-professionals in deze branche verwacht dat er straks minder managers nodig zijn door robotisering. Voor flexwerkers pakt de robotisering volgens directeuren en bestuurders van organisaties het meest positief uit. 83 procent verwacht dat de flex- en talentenpools blijven bestaan.
Blijven ontwikkelen
Ondanks dat directeuren de kansen van de robotisering en kunstmatige intelligentie nog niet kunnen identificeren, is het wel een trend waar medewerkers rekening mee moeten houden. Voor hen is het belangrijk om relevant te blijven voor de arbeidsmarkt, vooral wanneer mensenhanden plaatsmaken voor algoritmes. Dit stelt Debby de Gelder, directeur HR services bij Raet: ‘Trends als robotisering en kunstmatige intelligentie gaan absoluut impact hebben op de arbeidsmarkt. Deze technologieën vinden op steeds grotere schaal plaats en mijn verwachting is dat dit iedereen binnen organisaties gaat treffen. Het is van belang dat bestuurders zich gaan bezighouden met het identificeren van de kansen en vervolgens HR hierin meenemen. Uiteindelijk is het aan HR om de organisatie en medewerkers mee te nemen in de veranderende werkomstandigheden en hen te stimuleren hun eigen leerpad te bewandelen en hun inzetbaarheid te vergroten.’
Tiende benchmarkonderzoek
Aan het Raet HR Benchmark deden dit jaar 1.420 medewerkers, 607 HR-professionals, 100 bestuurders en 408 zzp’ers mee uit verschillende branches. Het is al de tiende keer dat Raet het Benchmarkonderzoek uitvoert. Het onderzoek vond plaats in de periode van 24 juli tot en met 23 augustus 2017. De Raet HR Benchmark 2018 werd uitgevoerd door onderzoeksbureau Motivaction.